Vergeten vrouwen

Als niemand je ziet

Sinds het uitbreken van de burgeroorlog in 2015 is Jemen veranderd in een lappendeken van strijdende milities, territoriale belangen en internationale inmenging. De staat is ingestort, en in het vacuüm dat is ontstaan verdwijnen vrouwenrechten geruisloos, maar systematisch. Vrouwen zijn het eerst hun vrijheid kwijt, het laatst aan de beurt bij hulp en bescherming, en vrijwel onzichtbaar in internationale berichtgeving. Laat staan dat er voor deze vrouwen wordt geprotesteerd op universiteiten, geschreven in columns, of een sit-in op een station wordt georganiseerd.

EEN OORLOG ZONDER GETUIGEN

Volgens cijfers van de Verenigde Naties zijn sinds 2015 naar schatting meer dan 377.000 mensen omgekomen in het conflict. Opvallend is dat zo’n 60 procent van deze doden niet het gevolg was van direct geweld, maar van honger, ziekte en het ontbreken van gezondheidszorg.

Kinderen zijn de grootste slachtoffers van deze vergeten oorlog. UNICEF rapporteerde meer dan 11.000 dode of verminkte kinderen sinds het begin van het conflict. Ondertussen zijn ruim 18 miljoen mensen afhankelijk van humanitaire hulp, en leven miljoenen anderen op de vlucht of in ontheemding. De tol van de oorlog is immens en nauwelijks zichtbaar voor wie niet actief zoekt.

REIZEN MET TOESTEMMING, ZWIJGEN OVER GEWELD

In de door Houthi’s gecontroleerde gebieden mogen vrouwen niet reizen zonder een mannelijke voogd. Zelfs voor medische zorg of onderwijs is toestemming van een vader, broer of echtgenoot vereist. In het zuiden, waar de Southern Transitional Council (STC) de macht heeft, worden vrouwen bij controleposten willekeurig tegengehouden – soms urenlang – en teruggestuurd. Het recht op bewegingsvrijheid is vervangen door angst en willekeur.

In mei 2025 namen STC-troepen het opvanghuis van de Yemen Women’s Union in Aden in beslag: een van de laatste plekken waar vrouwen na huiselijk of seksueel geweld terechtkonden. De sluiting van dit soort voorzieningen betekent niet alleen dat vrouwen nergens heen kunnen, maar ook dat daders vrijwel nooit ter verantwoording worden geroepen. Wie zwijgt, overleeft – soms letterlijk.

HONGER HEEFT EEN VROUWENGEZICHT

Meer dan 83 procent van de bevolking leeft in armoede. Vrouwen en meisjes zijn daarbij het slechtst af. Als laatsten krijgen zij toegang tot voedsel, medische hulp of opvang. In kustgebieden zoals Hodeidah lijdt 33 procent van de bevolking aan ernstige ondervoeding. Zwangere vrouwen en jonge moeders zijn het kwetsbaarst: 1,4 miljoen van hen zijn ondervoed.

Vrouwen offeren zichzelf op. Bij schaarste eten zij het laatst – of helemaal niet. In veel gezinnen eten mannen en jongens eerst; de vrouwen wachten af wat er overblijft. Vaak is dat niets. Ondervoeding bij zwangere vrouwen leidt bovendien tot een vicieuze cirkel: baby’s worden te klein geboren, met verhoogd risico op complicaties en sterfte, terwijl hun moeders chronisch verzwakt raken.

KINDHUWELIJKEN EN SEKSUELE UITBUITING

In een wetteloos en verarmd land worden meisjes handelswaar. Families zien zich soms gedwongen hun dochters uit te huwelijken in ruil voor voedsel of geld. Ongeveer 30 procent van de meisjes trouwt voor haar achttiende; zeven procent zelfs vóór haar vijftiende.

Kindhuwelijken worden vaak als ‘beschermend’ gepresenteerd, maar zijn in werkelijkheid een overlevingsstrategie die meisjes berooft van hun toekomst. Seksueel geweld is alomtegenwoordig, maar blijft meestal onbesproken. Buitenlandse strijders en lokale milities maken zich schuldig aan verkrachting en mishandeling, terwijl slachtoffers nergens heen kunnen. Meisjes worden niet alleen uitgehuwelijkt, maar soms ook letterlijk verkocht – als bruid, als huishoudelijke hulp, als seksslaaf. Er is geen instantie die hen beschermt. Wie bezwaar maakt, riskeert verstoting of geweld.

GEEN RECHT, GEEN BESCHERMING

Een functionerend rechtssysteem ontbreekt. Vrouwen die aangifte willen doen van verkrachting of mishandeling worden vaak niet geloofd – of juist zelf beschuldigd van ‘zedenschennis’. Fysiek bewijs is vaak de enige manier om een misdrijf erkend te krijgen, en zelfs dan blijft vervolging uit.

De sociale stigma’s rond seksueel geweld zijn groot. Veel vrouwen durven uit schaamte of angst geen hulp te zoeken. Dat betekent: geen voorlichting, geen anticonceptie, geen veilige bevalling, geen medische nazorg. Vrouwen sterven tijdens hun bevalling, krijgen geen hulp bij complicaties of abortussen, en zijn afhankelijk van informele netwerken die vaak zelf instabiel, corrupt of religieus conservatief zijn. In sommige regio’s wordt zelfs poliklinische hulp geweigerd aan vrouwen zonder mannelijke begeleider.

ACTIEF GENEGEERD

In Jemen worden vrouwen niet alleen vergeten, ze worden actief genegeerd. Terwijl strijdende partijen onderhandelen over wapens, havens en grondgebied, verliest een hele generatie vrouwen haar toekomst. Internationale hulporganisaties slaan alarm, maar de wereld kijkt weg. Hun verhalen halen het nieuws niet. Hun rechten zijn bijzaak.

Geen stem, geen gezicht, geen plaats aan tafel – dat is de realiteit voor miljoenen vrouwen in Jemen. Maar als niemand hen ziet, wie zal er dan voor hen spreken?

Dit artikel maakt deel uit van de serieVergeten vrouwen, over vrouwen die leven in onzichtbaarheid, onderdrukking of gevaar. Eerder verscheen: deel 1 over Iran.


Geen grote redactie, wél veel werk.

Dit blog is onafhankelijk en advertentievrij.
Waardevol voor jou? Dan is een digitale cappuccino altijd welkom 🩷

Vergeten vrouwen

Zweepslagen & de galg

Mensenrechten blijken in de praktijk vaak afhankelijk van politieke agenda’s

Terwijl de internationale gemeenschap zich geregeld uitspreekt over vrouwenrechten, blijft het opvallend stil zodra het over Iran gaat. Rapporten van Amnesty International, Human Rights Watch en de VN-Mensenrechtenraad leggen systematisch seksueel geweld, institutionele onderdrukking en straffeloosheid bloot. Toch blijft diepgaande internationale verontwaardiging uit. Mensenrechten blijken in de praktijk vaak afhankelijk van politieke agenda’s.

Wat vrouwenrechten in Iran feitelijk betekenen
Vrouwen in Iran leven onder wetten en normen die hen structureel achterstellen.  Ze mogen zonder toestemming van een mannelijke voogd vaak niet reizen of studeren. Hun getuigenis in de rechtbank weegt minder dan die van een man, en voogdij over kinderen is zelden volledig.

 De verplichte hijab is slechts het zichtbare symbool van een bredere repressie. Wie zich daartegen verzet, riskeert intimidatie, arrestatie en mishandeling. Activisten worden bestraft met lange gevangenisstraffen of marteling. Nobelprijswinnares Narges Mohammadi zit opgesloten in de Evin-gevangenis vanwege haar inzet tegen deze onderdrukking.

Seksueel geweld als wapen
In 2022, na de dood van Mahsa Amini in politiehechtenis, barstten massale protesten los onder de slogan “Vrouw, Leven, Vrijheid”. De repressie die volgde was intens en systematisch. Volgens Amnesty International en de VN-Mensenrechtenraad zijn honderden demonstranten slachtoffer geworden van seksueel geweld, waaronder verkrachting, groepsverkrachting, verkrachting met objecten en gedwongen naaktheid. Deze vormen van geweld werden niet alleen ingezet tegen vrouwen, maar ook tegen mannen en kinderen – met als doel te vernederen, straffen en breken.

Een VN-onderzoek van maart 2024 concludeerde dat het ging om handelingen die vallen onder misdaden tegen de menselijkheid. Toch blijven vervolgingen uit. De daders zijn veelal agenten van de politie, de Revolutionaire Garde en de inlichtingendiensten. De slachtoffers: vrouwen, meisjes, mannen en jongens, allemaal gedetineerd omdat ze vrijheid eisten.

De doodstraf als spiegel van ongelijkheid
Iran behoort tot de weinige landen waar vrouwen op grote schaal worden geëxecuteerd. In 2024 alleen al werden minstens 34 vrouwen geëxecuteerd, het hoogste aantal in 17 jaar. Hoewel het totale aantal vrouwelijke executies lager ligt dan bij mannen, is het aandeel vrouwen stijgend. In veel gevallen gaat het om slachtoffers van langdurig  misbruik. Een merendeel van deze vrouwen werd veroordeeld voor de moord op hun echtgenoot of familielid, vaak na jarenlange mishandeling of seksueel geweld.

Hoewel in sommige zaken sprake was van zelfverdediging of bescherming van kinderen, weegt de context van huiselijk geweld zelden mee in de uiteindelijke veroordeling. De rechtspositie van vrouwen is ernstig ongelijk: hun getuigenis weegt minder dan die van een man, hun leven wordt wettelijk minder waard geacht bij schadevergoeding (diyya), en verzachtende omstandigheden worden zelden erkend. Vooral vrouwen uit etnische minderheden, zoals Koerden en Baluchi’s, lopen extra risico.

Ook vrouwelijke politieke activisten lopen gevaar. In 2024 kregen meerdere vrouwen de doodstraf opgelegd wegens ‘vijandschap tegen God’, een vage aanklacht die vaak wordt ingezet tegen dissidenten. Het toont hoe het Iraanse regime repressie, religieus fundamentalisme en seksisme combineert om afwijkende stemmen te onderdrukken.

De open brief uit Evin-gevangenis
De Evin-gevangenis in Teheran staat bekend als de beruchtste detentieplaats van Iran voor politieke gevangenen, dissidenten, journalisten en vrouwenrechtenactivisten. Het complex wordt ook wel het “Evin University” genoemd vanwege het hoge aantal intellectuelen en studenten dat er opgesloten zit. In rapporten wordt Evin herhaaldelijk genoemd als plaats van marteling, psychologische mishandeling, eenzame opsluiting en seksueel geweld. Vrouwelijke gevangenen zijn er bijzonder kwetsbaar: seksuele intimidatie, dreigingen met verkrachting behoren tot de praktijk en vernederende fouilleringen zijn aan de orde van de dag.

In oktober 2024 brachten 22 vrouwelijke politieke gevangenen in Evin een open brief naar buiten. Ze beschuldigden de gevangenisautoriteiten van seksuele intimidatie tijdens zogenoemde ‘lichamelijke inspecties’ en eisten dat deze praktijken zouden stoppen. Onder hen Narges Mohammadi, die eerder extra straf kreeg voor het rapporteren van deze misstanden. De vrouwen kondigden protestacties aan als er geen reactie zou volgen. Hun moed legt de schrijnende passiviteit van de buitenwereld bloot.

De internationale hypocrisie als fundament van vergetelheid
De stilte rond Iran is zelden een gevolg van onwetendheid. Het is het resultaat van politieke afwegingen. Olie, nucleaire deals en regionale stabiliteit wegen zwaarder dan universele mensenrechten. Verklaringen blijven vaag en stevige consequenties blijven uit. Mensenrechten blijken in de praktijk niet universeel, maar onderhandelbaar.

Ook binnen activistische en academische kringen is het opvallend stil. Universiteiten en organisaties die oproepen tot boycots, safe spaces en wereldwijde solidariteit met vrouwen elders, blijven grotendeels zwijgen over vrouwen die in Teheran worden gegeseld omdat ze hun haar tonen. Feministische solidariteit lijkt ineens op te houden waar het moeilijk of politiek ongemakkelijk wordt. Campagnes voor Narges Mohammadi blijven uit. Vrouwenmarsen voor meisjes die worden geëxecuteerd zijn er niet. De hashtags zijn leeg, de vlaggen blijven opgerold in de kast.

Deze blinde vlek is precies wat de serie Vergeten Vrouwen wil blootleggen: niet alleen het leed van vrouwen in onderdrukte contexten, maar ook het ongemakkelijke zwijgen van hen die zeggen voor vrouwenrechten te staan. Vergetelheid is zelden neutraal, het is een gevolg van keuzes.

Slot
De situatie van vrouwen in Iran is geen binnenlandse aangelegenheid. Het is een internationale mensenrechtencrisis. De feiten zijn bekend, de rapporten gepubliceerd. Toch blijft het stil. Wie zwijgt, kiest niet voor neutraliteit, maar versterkt het systeem van onderdrukking.


Geen grote redactie, wél veel werk.

Dit blog is onafhankelijk en advertentievrij.
Waardevol voor jou? Dan is een digitale cappuccino altijd welkom 🩷

Midden-Oosten

Van hoop naar stilte

De belofte van vrijheid is ingeruild voor controle. Wat betekent dat voor de inwoners van het laatste rebellengebied van Syrië?

Terwijl de wereld de blik richt op Gaza en Oekraïne, en Nederland vooral op het Binnenhof, glijdt Idlib af in stilte. Dit verhaal laat zien hoe vrijheid kan ontaarden in religieuze onderdrukking en hoe internationale onwil en geopolitiek cynisme die situatie in stand houden. Wie wil begrijpen hoe hoop verdwijnt in vergetelheid, moet naar Idlib kijken.

Van revolutie naar religieuze repressie

HTS slaagde erin andere rebellengroepen uit te schakelen of op te nemen en veroverde zo de macht. Sinds 2017 bestuurt HTS Idlib via een civiele façade, maar in werkelijkheid hebben ze zowel de militaire macht als de religieuze macht in handen.

De groep baseert zich op het salafisme, een stroming binnen de islam die een letterlijke en strikte interpretatie van islamitische bronnen aanhangt. Dit leidt tot een starre toepassing van religieuze voorschriften en weinig ruimte voor afwijkende opvattingen. Inmiddels komen er steeds meer verhalen naar buiten over gesloten kerken en gedwongen bekeringen, wat in strijd is met de islamitische leer, die gedwongen bekeringen verbiedt.

De overgang van militante groep naar bestuursorgaan werd internationaal met twijfel bekeken. HTS probeert zich minder radicaal voor te doen, maar hun ideologische basis is ongewijzigd. Ze beperken de vrijheid van geloof en voeren strikte controle uit over religieuze instellingen. Zo heeft HTS de macht om geestelijken aan te stellen of te ontslaan en houdt het toezicht op religieuze activiteiten. Het opleggen van een uniforme religieuze doctrine ondermijnt fundamentele mensenrechten, zoals het recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst.

Democratie als decor

Politieke deelname onder HTS is alleen mogelijk binnen goedgekeurde structuren, wat de indruk wekt van inspraak, maar zonder echte invloed. Burgers kunnen alleen meedoen als ze zich aan het ideologische en religieuze kader van HTS houden, waardoor oppositie en afwijkende meningen uitgesloten worden.

Dit zorgt ervoor dat HTS de macht behoudt door schijnparticipatie. Zonder vrije verkiezingen, onafhankelijke instellingen of bescherming voor critici is politieke deelname alleen mogelijk als je loyaal bent — een privilege, geen recht.

De zogenaamde Shura-raad is niet gekozen, vrouwen mogen er niet in stemmen, en wie kritiek heeft, loopt gevaar. Journalisten die verslag doen van protesten of corruptie worden bedreigd, gearresteerd of verdwijnen. In 2023 werd een HTS-commandant op band opgenomen die dreigde journalisten “over te rijden” als ze doorgingen met kritiek.

Burgerprotesten worden onderdrukt. Demonstraties tegen corruptie of willekeurige arrestaties worden met geweld neergeslagen. Het bestuur is allesbehalve representatief: het is een top-downmodel waarin gehoorzaamheid belangrijker is dan legitimiteit.

Demonstranten en critici worden opgepakt en gemarteld, wat leidt tot groeiende onvrede onder de Syrische bevolking. Ondanks het harde optreden van de autoriteiten, is een van de eisen van de burgerprotesten het aftreden van de leider al-Jolani. Dit toont aan dat HTS niet geïnteresseerd is in een democratisch, vrij Syrië, maar meer belang hecht aan het handhaven van strikte gehoorzaamheid dan in het vertegenwoordigen van de bevolking.

Censuur, angst en machtsmisbruik

HTS hanteert een strikte salafistische interpretatie van de islam en dwingt deze af via religieuze politie. Andersgelovigen — christenen, Druzen, sjiieten — zijn vrijwel geheel verdreven uit Idlib. Hun eigendommen zijn in beslag genomen, kerken gesloten, religieuze uitingen verboden.

Daarnaast dwingt HTS in andere regio’s ook religieuze minderheden zoals christenen, Druzen en sjiieten om zich te conformeren aan het dominante salafistisch-soennitische kader — in sommige gevallen zelfs via gedwongen bekering. Tegelijkertijd duldt de groep geen afwijkingen binnen het eigen geloof: ook soennitische moslims die niet volgens de strikte HTS-interpretatie leven of bidden, kunnen worden gecorrigeerd, geïntimideerd of gearresteerd. Religieuze controle is niet alleen extern, maar ook intern — gericht op volledige ideologische uniformiteit.

HTS poogt in recente jaren een gematigder beeld te schetsen, maar deze PR-pogingen doen niets af aan de dagelijkse realiteit van religieuze uniformiteit onder dwang.

Vrouwen zonder stem

Vrouwen in Idlib worden systematisch uitgesloten van bestuur, publieke ruimte en onafhankelijkheid. Ze mogen niet stemmen of zich verkiesbaar stellen en zijn afwezig in vrijwel alle bestuurslagen. De strikte handhaving van kledingvoorschriften is een instrument van controle; wie zich niet houdt aan de islamitische dresscode loopt risico op boetes, vernedering of arrestatie. In 2024 berichtte Foreign Policy dat de religieuze moraalpolitie actief optreedt tegen vrouwen die als “onzedelijk” gekleed worden beschouwd. Dit is geen losstaande regel, maar onderdeel van een ideologisch systeem waarin vrouwelijke autonomie ondergeschikt wordt gemaakt aan religieuze controle.

Daarnaast wordt het reizen voor vrouwen ernstig beperkt. Ze mogen vaak niet zonder mannelijke begeleiding, een zogeheten mahram. Dit maakt hen structureel afhankelijk en vergroot hun kwetsbaarheid. Vrouwen kunnen niet zelfstandig studeren, werken, medische hulp zoeken of vluchten uit gewelddadige situaties zonder toestemming van een man.

Het uithuwelijken van jonge meisjes neemt toe, mede door armoede, sociale druk en gebrek aan toegang tot onderwijs. In Idlib, waar religieuze normen door een autoritair regime worden opgelegd, leidt dit vaak tot gedwongen kindhuwelijken. Deze praktijk ondermijnt de rechten van meisjes, stelt hen bloot aan gezondheidsrisico’s en sociale uitsluiting.

Onderwijs als wapen

Onderwijs is formeel beschikbaar, maar sterk religieus gekleurd. HTS schrijft segregatie voor: jongens en meisjes moeten strikt gescheiden les krijgen, en moderne vakken zoals muziek of gemengde activiteiten zijn verboden. Meisjes lopen vaker risico vroegtijdig uit te vallen door huwelijk of angst. Scholen worden gecontroleerd op ideologische conformiteit en docenten staan onder druk om het salafistische wereldbeeld uit te dragen.

Hoewel HTS beweert onderwijs toegankelijk te houden, wordt het vaak gebruikt voor indoctrinatie in plaats van emancipatie. Verwijzingen naar het voormalige Syrische regime zijn verwijderd, en in plaats van pluralisme of kritisch denken is er een sterk religieuze invulling van het onderwijs gekomen. In 2023 meldde Enab Baladi dat HTS muziek- en tekenlessen had geschrapt, terwijl docenten die weigerden te stoppen, werden ontslagen. Scholen kregen de opdracht om niet-shari’a-conforme muurschilderingen en decoraties te verwijderen. Dit ondermijnt de culturele en emotionele ontwikkeling van kinderen en beperkt hun vermogen om zichzelf expressief uit te drukken.

Angst is de norm

Volgens Human Rights Watch heeft HTS sinds 2017 tientallen journalisten, activisten en andere burgers willekeurig gearresteerd en vastgehouden, waarbij marteling en gedwongen bekentenissen regelmatig voorkomen. Ook de VN bevestigt in een rapport dat gedwongen verdwijningen en incommunicado-detentie door HTS systematisch worden ingezet om afwijkende stemmen het zwijgen op te leggen. In 2024 berichtte Al Jazeera nog over protesten in Idlib, na berichten over marteling en doden in detentie – een zeldzaam publiek signaal van verzet in een sfeer waar repressie de norm is.

De vrije pers bestaat niet. Lokale media zijn onderworpen aan censuur of werken onder dreiging. Internationale verslaggeving is nauwelijks mogelijk. HTS probeert de informatiestroom te beheersen zoals het de samenleving beheerst: strak, ideologisch en zonder ruimte voor afwijking.

De wereld kijkt weg

De wereld keek weg. Ooit stond Idlib symbool voor hoop. Nu is het voor veel landen te ingewikkeld, te uitzichtloos, te politiek onhandig. En dus laten ze het los. 

De wereld heeft Idlib grotendeels losgelaten, omdat het conflict daar voor veel landen ongrijpbaar, eindeloos en politiek onhandig is geworden. Internationale aandacht ging jarenlang uit naar de strijd tegen IS, de gruwelen van Assad en de vluchtelingencrisis — niet naar de complexe machtsdynamiek in het ‘rebellenbolwerk’ Idlib.

Voor veel Westerse regeringen is HTS simpelweg een terreurgroep, en diplomatie met terroristen is taboe. Tegelijk lijkt de status quo — repressief maar relatief stabiel — voor regionale spelers als Turkije acceptabel zolang het hun belangen niet schaadt. Daardoor is er nauwelijks druk op HTS om mensenrechten te respecteren, laat staan om echte politieke verandering toe te staan. Idlib is daardoor een niemandsland geworden: buiten het regime, maar ook buiten de rechtsstaat — en buiten beeld.

Voor de inwoners is het verschil tussen dictatuur en kalifaat steeds moeilijker te maken. En de internationale gemeenschap lijkt liever te zwijgen dan zich opnieuw te branden aan het Syrische moeras.

De echo van hoop is stilte geworden

Wat ooit begon als een sprankje hoop in de chaos van de oorlog, is inmiddels verworden tot een streng gecontroleerde samenleving waarin vrijheid niet langer bestaat. Het meest tragische is misschien wel dat de stemmen die ooit riepen om verandering, nu fluisteren uit angst. En in de stilte die volgt, lijkt niemand nog te luisteren.

Idlib is arm, instabiel en politiek ongewenst. Het wordt geregeerd door een groep die zowel tegen Assad als tegen het Westen is, waardoor het een politiek niemandsland blijft. In de harde realiteit van geopolitiek geldt: geen olie, geen strategisch voordeel, geen directe dreiging — dan geen prioriteit. Zo blijft Idlib achter, verborgen in de schaduw van de wereld, waar de inwoners lijden, niet omdat hun verhaal niet belangrijk is, maar omdat niemand het meer wil horen. 

In een wereld waar mensenrechten pas tellen als ze politiek handig zijn, is Idlib kansloos. Voor Idlib geen tranen, geen vlaggen, geen sit-ins op stations. Geen bezette universiteiten, geen boze studenten. 

Idlib is het schoolvoorbeeld wat er gebeurt als je je principes uitbesteedt aan wat trending is.


Geen grote redactie, wél veel werk.

Dit blog is onafhankelijk en advertentievrij.
Waardevol voor jou? Dan is een digitale cappuccino altijd welkom 🩷

Midden-Oosten

De as van het kwaad

Een premier onder corruptieverdenking, een religieuze nationalist die nederzettingen heilig verklaart, en een ex-Kahanist met een badge en een pistool. Benjamin Netanyahu, Bezalel Smotrich en Itamar Ben-Gvir: drie mannen met drie agenda’s, bijeengehouden door macht, belangen en ideologie. Samen vormen zij het hart van de meest radicale regering in Israëls geschiedenis.

Netanyahu, ooit de pragmatische strateeg, probeert zich via juridische hervormingen te onttrekken aan zijn lopende corruptieproces. Smotrich wil van Israël een halachische staat maken; een staat waarin de joodse religieuze wet (de Halacha) leidend is voor wetgeving, rechtspraak en bestuur – zonder Palestijnse soevereiniteit. En Ben-Gvir, een voormalig aanhanger van terreurbeweging Kach, stuurt als minister van Nationale Veiligheid gewapende burgerpatrouilles aan en legitimeert geweld van kolonisten.

Wat hen bindt is niet ideologie, maar wederzijdse afhankelijkheid. Netanyahu heeft hun steun nodig om aan de macht te blijven. Zij gebruiken zijn zwakte om hun eigen agenda door te drukken. De één wil zijn proces stoppen, de ander zijn religieus-nationalistische droomstaat bouwen, de derde zijn strijd tegen Arabieren en tegen ‘linksen’ legaliseren.

Het gevolg? Een rechtelijke macht die onder vuur ligt. Een parlement dat rechters wil muilkorven. Ministers die veiligheid inzetten als alibi voor repressie. En een premier die, volgens Haaretz, zelfs probeert zijn procureur-generaal en de Shin Bet-chef te vervangen door loyalisten – terwijl hij zelf onderwerp is van strafrechtelijk onderzoek én van een explosief corruptieschandaal rond Qatarese betalingen. “De ondermijning van de democratische poortwachters is geen ongeluk”, schreef de krant. “Het is het plan.”

De aanval op de instituties is geen geïsoleerd incident, maar een patroon. In maart 2025 stemde het kabinet voor het ontslag van Shin Bet-chef Ronen Bar, die weigerde zijn functie op te geven zolang zijn opvolging niet transparant werd geregeld. Bar had gewaarschuwd dat Netanyahu het agentschap wilde inzetten voor politieke doeleinden. Tegelijkertijd begon de regering de procedure om procureur-generaal Gali Baharav-Miara te ontslaan – een stap die in Israël niet zomaar mogelijk is, en die veel juridische en politieke weerstand opriep. Beide pogingen raakten het fundament van de scheiding der machten. In reactie op deze dreiging waarschuwden oud-ministers en rechters voor een constitutionele crisis. “De ondervraagde mag de ondervrager niet ontslaan”, stond op protestborden in Tel Aviv.

De retoriek van de machthebbers liegt er ondertussen niet om. Smotrich verklaarde in 2021 in de Knesset tegen Arabische parlementariërs: “Jullie zijn hier per vergissing – omdat Ben-Gurion het werk in 1948 niet heeft afgemaakt.” Over het Palestijnse dorp Huwara, dat na een door Israëlische media als ‘pogrom’ bestempelde kolonistenaanval deels in brand stond, zei hij: “Het moet van de kaart geveegd worden.” Ben-Gvir stelde op zijn beurt: “Mijn recht om me te verplaatsen is belangrijker dan dat van een Arabier.” Zulke uitspraken zouden elders politieke carrières breken. In Israël zijn ze regeringsbeleid geworden.

De spanningen zijn voelbaar in het hele land. Iedere week protesteren tienduizenden Israëli’s. In Tel Aviv, Haifa, Jeruzalem – met vlaggen, leuzen en spandoeken. Reservisten weigeren nog op te komen. Artsen, rechters en ondernemers slaan alarm. En zelfs binnen de regering klinkt verdeeldheid, nu de woede groeit over de vrijstelling van ultraorthodoxe studenten van militaire dienst tijdens een allesverzengende oorlog. “Ze zijn op het hoogtepunt van hun macht,” zegt journalist Yair Ettinger, “maar dragen geen enkele last.”

De achterliggende onvrede is structureel. In Israël geldt een algemene dienstplicht voor joodse burgers, maar ultraorthodoxe yeshiva studenten werden jarenlang vrijgesteld. In juni 2024 oordeelde het Hooggerechtshof dat deze vrijstelling zonder wettelijke basis onwettig is. De regering werd gedwongen op te treden en begon in de tweede helft van 2024 met het versturen van duizenden oproepingsbevelen aan Haredi-jongeren. De respons bleef minimaal: minder dan tien procent meldde zich.

Binnen de Haredi-gemeenschap leidde dit tot felle protesten, waaronder het bestormen van een militaire basis. Ondertussen waarschuwde het ministerie van Financiën dat het in stand houden van deze uitzondering ook economische risico’s met zich meebrengt: lagere arbeidsparticipatie, een toenemende afhankelijkheid van overheidssubsidies en een hogere belastingdruk voor de rest van de bevolking. De spanningen raken niet alleen de sociale cohesie, maar ook de seculiere achterban van Netanyahu, die zich verraden voelt.

Ja, deze regering is democratisch verkozen. Maar democratie is meer dan verkiezingen. Ook verkozen leiders kunnen instellingen afbreken en rechten ondermijnen. Juist als ze het systeem van binnenuit beheersen. De geschiedenis leert: wie macht concentreert en tegenmacht uitschakelt, opent de deur naar autocratie. Het zijn geen grote woorden. Het gebeurt in realtime.

Ook in de Israëlische media klinken luide tegengeluiden. Van Haaretz tot +972 Magazine, van opiniestukken in The Times of Israel tot scherpe columns van oud-generaals en juristen: het publieke debat is fel. Veel Israëli’s trekken elke week de straat op, anderen grijpen naar de pen of de camera. Wat deze stemmen delen, is een groeiende bezorgdheid over de richting van hun land en een vastberadenheid om die te keren. Die kritische geluiden verzamel ik in een openbaar draadje op Bluesky, als tegenwicht voor het beeld dat Israël als geheel dit beleid steunt.

Israël staat op een kruispunt. Dit is geen verre realiteit. Dit is nu. En het gevaar is niet alleen wat deze leiders doen, maar ook wat de rest van de wereld blijft toelaten, uit gemak, cynisme of geopolitieke berekening.

Dit artikel is ook gepubliceerd op Reporters Online


Geen grote redactie, wél veel werk.

Dit blog is onafhankelijk en advertentievrij.
Waardevol voor jou? Dan is een digitale cappuccino altijd welkom 🩷

Media

Onschuldige duifjes?

Pro-Palestina activisten zijn geen onschuldige duifjes. Alle activisten, academici, media? Uiteraard niet. Dit gaat over een kleine groep – maar met grote impact op de beeldvorming.

Laat één ding meteen duidelijk zijn: kritiek op radicale activisten is géén goedkeuring van Netanyahu’s beleid, bombardementen op Gaza of het Palestijnse lijden. Wie zowel Hamas als de Israëlische regering verwerpt, begrijpt dat rechtvaardigheid niet bereikt wordt met hypocrisie, vernielzucht en morele leegte. Precies daarom verdient ook het westerse activisme een kritische blik.

Geen vreedzaam protest, maar radicalisering

Toen (sociale) media ontploften over een politiebezoek aan een “onschuldige activiste”, lag het frame klaar: de staat intimideert vreedzame demonstranten. Maar achter het slachtofferverhaal schuilt iets anders.

Elise H. noemde op 7 oktober 2024 de terreuraanslag van Hamas “gruwelijk vet”. Ze werd eerder aangehouden voor ordeverstoring, hintte online naar oefenbommen en is met regelmaat aanwezig bij demonstraties en bezettingen. Veroordeeld is ze nooit, maar een frisse indruk wekte haar reactie op allerminst. Toch blijven media haar presenteren als een dappere activist in een politiestaat.

Zelfs bestuurders zoals burgemeester Halsema sluiten aan bij dit empathische frame. Totdat de vernielingen na een protest zichtbaar worden, dan klinkt ineens verontwaardiging. Deze schizofrene beeldvorming presenteert activisten de ene dag als idealistische vrijheidsstrijders en de volgende dag als vernielzuchtige vandalen – zonder ooit de confrontatie aan te gaan met deze tegenstrijdigheid.

De vergeten slachtoffers: Joodse studenten in Nederland

Terwijl activisten gebouwen bekladden en bezetten, blijft de angst onder Joodse studenten en medewerkers onderbelicht. Het aantal antisemitische incidenten in Nederland is sinds 7 oktober explosief gestegen. Van online haat tot fysieke intimidatie op campussen.

Het beeld van Anne Frank werd beklad met ‘Free Gaza’, het Anne Frank Huis moest eraan geloven en ‘zionist’ is verworden tot scheldwoord. Israëlische vlaggen worden verwijderd ‘voor de veiligheid’. Maar wiens veiligheid eigenlijk? Waarom mag je in Nederland alles zijn, behalve zichtbaar Joods?

Wanneer krijgt deze intimidatie dezelfde media-aandacht als het huisbezoek aan een radicale activist?

Academici als megafonen van misleiding

Dat activisten zichzelf moreel verheffen is één ding. Maar academici die hun platform gebruiken om geweld te vergoelijken en terreurpropaganda te delen, is ronduit schokkend.

Harry Pettit (Radboud Universiteit) noemt de Nederlandse politie “fascistisch”, verheerlijkt vandalisme als ‘moedig verzet’ en verspreidt zonder commentaar verklaringen van Hamas. Christian Henderson (Universiteit Leiden) beschuldigt de politie van undercover geweld zonder enig bewijs en noemt elke bezetting een ‘anti-genocide actie’.

Ze misbruiken de academische vrijheid die hen beschermt, om datzelfde systeem te demoniseren. Dat is geen moed of kritisch denken; dat is intellectuele pose, vermomd als moreel gelijk.

Hoe media vandalisme verbloemen

Media kiezen bewust voor termen als “studenten” of “protestvoerders“, terwijl het vaak gaat om bezetters, vandalen en relschoppers die niet eens aan een universiteit verbonden zijn, maar vooral rellen om het rellen. Geweld wordt “botsing” genoemd, het gooien van stenen heet “symbolisch verzet”. Journalistieke afstand ontbreekt, waardoor een geromantiseerd beeld ontstaat van idealistische jongeren die ergens voor staan. De realiteit van intimidatie, geweld en politieke indoctrinatie verdwijnt naar de achtergrond.

Israëlische stemmen vóór vrede — maar genegeerd

In Israël zelf is de kritiek op Netanyahu, het leger en het geweld tegen Palestijnen structureel aanwezig. Kranten als Haaretz publiceren dagelijks scherpe opiniestukken. Bewegingen als Breaking the Silence, Peace Now en B’Tselem blijven oproepen tot co-existentie en mensenrechten. B’Tselem is al jaren kritisch op de Israëlische politiek van apartheid, lang voordat het in Nederland bespreekbaar was zonder voor antisemiet uitgemaakt te worden.

Maar deze stemmen krijgen nauwelijks aandacht in westerse media. Tijdens een onderzoek dat ik in 2021 uitvoerde naar het gebruik van de term ‘apartheid’ in combinatie met Israël, bleek dat Nederlandse kranten het onderwerp vrijwel negeerden, terwijl Israëlische media zoals Haaretz er honderden keren per jaar over publiceerden. Dit terwijl diezelfde journalisten een paar jaar geleden nog zwegen uit angst dat elke kritiek op Israël als antisemitisch zou worden bestempeld. Het kan verkeren: nu kiezen ze liever voor het simpele frame van onderdrukker versus slachtoffer, waarin activisten vrij spel hebben.

Framing, hypocrisie en het misbruik van mensenrechten

Waarom hoeven activisten en academici nooit expliciet afstand te nemen van Hamas, antisemitisme of terreur? Waarom geldt die morele disclaimer alleen voor opiniemakers die Israël bekritiseren?

Mensenrechten worden gebruikt als decor voor destructie. Vernieling heet ‘verzet’, agressie wordt ‘solidariteit’. Wie daar kritiek op heeft, wordt weggezet als deel van het probleem. In de wereld van dit activisme bestaat geen ruimte voor nuance: je bent vóór hen of tegen hen. Kritische vragen worden direct geframed als vijandig, zodat activisten zichzelf niet hoeven te verantwoorden voor hun eigen extremisme.

Deze perverse omkering van betekenis ondermijnt het idee dat mensenrechten universeel zijn. Wie ze alleen verdedigt als het politiek uitkomt, verliest alle geloofwaardigheid wanneer ze echt in het geding zijn.

Activisme zonder moreel kompas draagt niets bij aan vrede. Het voedt slechts de polarisatie waar het zogenaamd tegen strijdt.

Dit artikel is ook gepubliceerd op Reporters Online.



Geen grote redactie, wél veel werk.

Dit blog is onafhankelijk en advertentievrij.
Waardevol voor jou? Dan is een digitale cappuccino altijd welkom 🩷

woman in purple shirt covering her face with her hand
Sociale media

En daar gaan we weer …

… plaats een bericht over een vrouw die protesteert tegen verkrachting als vorm van verzet, en de deugdende dames leggen hun bolletjes wol en breiwerkjes opzij en komen verhaal halen. 

Karoline Preisler

Waar het mee begon? Karoline Preisler, een Duitse FDP politica, staat als tegenprotest bij pro-Palestina / pro-Hamas demonstraties. Ze houdt daarbij een poster vast met de tekst “rape is not resistance” – in welke situatie dan ook. Ze wordt bedreigd, ze wordt bespuugd, ze wordt aangevallen. Uiteraard door allemaal heldhaftige betogers, in de vorm van boze mannen en schreeuwende vrouwen met een sjaal om hun hoofd gewikkeld. Ze heeft inmiddels politie in de buurt om een oogje in het zeil te houden, als ze ergens zwijgend met haar bord staat. Foei, mevouw Preisler – je uitspreken tegen verkrachting als wapen, hoe durft u!

Post op Bluesky

Enfin, ik had de euvele moed om er een berichtje op Bluesky aan te wijden. Nogmaals foei, stout. Want als zij-die-zich-de-moeder-deugen ook maar dénken dat je pro-Israel bent, dan zijn de rapen gaar. De eerste reactie? “Zo benieuwd of deze vrouw wel akkoord is met het stelselmatig verkrachten van Palestijnse gevangenen. Dat is namelijk een van de zaken waar de demonstranten tegen ageren.” 

Dat ik nadrukkelijk anonieme, pro-Hamas demonstranten noem, dat maakt niet uit. Gewoon eerst even aan Karoline Preisler vragen wat al haar standpunten zijn, voor ik iets op mijn eigen tijdlijn plemp. Hoe vind je zelf dat het gaat? 

Wijzen op gebruik van de bevolking als menselijk schild door Hamas, geldstromen die in tunnels en wapens verdwenen en buurlanden die de grenzen potdicht houden, werd allemaal afgedaan als het napraten van Israelische propaganda. Zullen we het even uitpluizen? 

Punt 1: Anonieme demonstranten die de boel slopen en antisemitisch zijn

“Op beelden van de barricades bij het Amsterdamse Binnengasthuisterrein is te zien dat een groot deel van de betogers probeert de eigen identiteit te verhullen met mondkapjes, zonnebrillen of geblokte keffiyeh-sjaals. Ook als enkelen van hen oog in oog staan met het universiteitsbestuur voor een onderhandeling.” Waarom? Omdat ze bang zijn voor hun baantjes, een strafblad willen voorkomen, op een terroristenlijst staan (of belanden), enz. Heldhaftige strijders voor de goede zaak. Zucht.

Daarnaast is er onderzoek gedaan naar antisemitisme in Nederland. “Het FRA-onderzoek ondersteunt ook dat sinds de oorlog in Gaza het aantal antisemitische incidenten in Europese landen inclusief Nederland, alleen maar verder is gestegen.” Beschouw dit rapport maar als een topje van de ijsberg.

Punt 2: Gejuich in Gaza toen Hamas met gegijzelden – bloedend, dood, verkracht – rondreed

Wat er op 7 oktober 2023 is gebeurd, werd vanaf 8 oktober gebruikt om “ja, maar Israel …” te roepen en het narratief te keren. Met honderdduizenden doden en onderdrukte vrouwen in Syrie, Yemen, Iran, Afghanistan of ontvoerde, verkochte en vermoorde Yezidi’s was nul komma niks aan compassie. Geen Asha die haar derrière op een station neervlijdde, geen columnisten die verontwaardigd waren, geen talkshowtafels die dag na dag sympathie toonden. 

“Palestinians In Gaza And The West Bank Celebrate On October 7, Hand Out Sweets, Fire Guns In The Air, Following Hamas’s Invasion And Massacre Of Israeli Civilians In The Gaza Envelope …” via MEMRI.

“Almost three in four Palestinians believe the Oct. 7 attack by Hamas on Israel was correct …” via Reuters.

“Levy was killed on October 7 and his body taken to Gaza. The video shows Levy’s body in the open trunk of a vehicle, and later lying on the ground while Gazans beat and kick it.” via Ha’aretz.

Punt 3: Omringende landen houden grenzen potdicht

Verwacht geen hulp uit Egypte om de Gazanen uit de nood te helpen. Ze houden niet alleen hun grenzen potdicht, ze bouwen zelfs een extra muur voor de zekerheid. Waarom? Een combinatie van internationale én binnenlandse politiek en veiligheid. De Egyptenaren zijn niet vergeten dat Hamas is ontstaan uit de Moslim Broederschap en ze hebben geen enkel verlangen dat gedachtengoed weer terug te importeren.

Daarnaast heeft Egypte volgens Egyptische media honderden veiligheidstroepen ingezet bij de grensovergang Rafah, en verzet het zich tegen de druk van Israël en de Verenigde Staten om Palestijnen te laten vluchten. Waarom? “As the Financial Times noted, “Cairo would not want to police an exiled community that could include militants who want to fight Israel from its territory.”

Punt 4: Hamas gebruikt burgers als menselijk schild

Niks nablaten van propaganda van mijn kant, wel een probleem dat al jaren speelt: “Hamas, an Islamist militant group and the de facto governing authority of the Gaza Strip, has been using human shields in conflicts with Israel since 2007.” Er is een enorm lijvig rapport over geschreven door NATO Stratcom, maar blijf me gerust beschuldigen van het verspreiden van onzin of gebrekkige kennis.

Punt 5: Hamas gebruikt ziekenhuizen als basis (en scholen, woonblokken, kampen)

Hamas geeft er de voorkeur aan om zich onder de grond te verstoppen – en dan bijvoorbeeld onder ziekenhuizen, scholen, de moskee op de hoek, enzovoorts. Het grote voordeel voor deze vorm van heldhaftig verzet? De publieke opinie staat op de achterste (sociale media) pootjes en geen haan die nog kraait naar wat je onder de grond uitspookt. “Hamas knows that in this case, it is likely that it may win the propaganda war because most reports will state that the IDF struck a “school” rather than a Hamas site.”

De VN weet inmiddels als geen ander hoe het is om Hamas onder je te hebben op bepaalde locaties: “As the war continues into a less intense phase, it is worth looking back at the extent of Hamas’s illegal use of UN facilities, including schools, because its actions in this regard appear to be systematic and on a large scale.”

De NYT heeft uitgeplozen hoe het zat met de tunnels onder het Al-Shifa ziekenhuis. “But evidence examined by The New York Times suggests Hamas used the hospital for cover, stored weapons inside it and maintained a hardened tunnel beneath the complex that was supplied with water, power and air-conditioning.”

Over de gegijzelden die nu nog worden vastgehouden geen woord. Die hebben blijkbaar verdiend wat ze krijgen of er zelf om gevraagd. Wat er zich onder de grond afspeelt is gruwelijk en op basis van vrijgekomen gegijzelden deze week in de vorm van een rapport naar de VN verzonden. Ha’aretz heeft er een artikel over geschreven; alleen lezen met een sterke maag.

Punt 6: Hamas heeft miljaren aan hulpgelden gestoken in tunnels en wapens

Die tunnels zijn niet in een nachtje gegraven. De wapens niet in een fabriekje in elkaar geknutseld. Daar zit een enorme logistieke operatie achter met een grote zak met geld om het mee te betalen. Dat geld en de hulp is ergens vandaan gekomen, en niet uit een boompje in de tuin van Sinwar gevallen toen hij eraan schudde. Dus, waar komen de centjes vandaan, die óók uitgegeven hadden kunnen worden aan de bevolking, gezondheidszorg, onderwijs, infrastructuur, internationale betrekkingen, handel in Gaza?

Toch wel handig, die tunnels: “Palestinian militant group Hamas uses a global financing network to funnel support from charities and friendly nations, passing cash through Gaza tunnels or using cryptocurrencies to bypass international sanctions, according to experts and officials.”

Israel waarschuwde al eerder, dat de vorm waarin de miljarden werden gegeven aan Hamas ze de mogelijkheid zou bieden om de militaire capaciteiten te verbeteren. Ze waren voor beperkingen op handel en verkeer en meer toezicht op de geldstroom. Critici waren er als de kippen bij om te roepen dat het een collectieve manier van straffen zou zijn, en het aan de Gazanen was om te bepalen wat er met het geld gebeurde. De grootste geldschieters? De EU en de USA.

En nu?

Zou het chique zijn als mensen niet gelijk beginnen te roepen dat je “pure Israëlische propaganda” gebruikt als verdediging, omdat ze zelf geen idee hebben of Gaza op een blinde kaart niet kunnen vinden. Ik heb vanaf dag één mijn afschuw uitgesproken over de gebeurtenissen op en na 7 oktober 2023, aan beide zijdes van de grens ~ en ben verder niemand verantwoording schuldig voor wat ik wel of niet vind.

Vind ik Hamas terroristisch tuig? Absoluut.

Vind ik Netanyahu een ongelooflijke smeerlap? Absoluut.

Vind ik de extreemrechtse, ultraorthodoxe kliek rondom Netanyahu verwerpelijk? Absoluut.

Heb ik nul komma niks waardering voor schreeuwende, anonieme pro-Palestina demonstranten die de boel slopen? Absoluut.

Vind ik figuren als Asha die zich hijgerig op de Palestijnse kwestie werpen walgelijk, vooral omdat ze hun podium nooit eerder hebben gebruikt om zich uit te spreken? Absoluut.

Maak ik me zorgen om antisemitisme? Absoluut.

Vind ik dat Israel bestaansrecht heeft? Absoluut.

Kan je niet leven met die punten? Jammer dan. Ga in discussie op basis van feiten, kom met bronnen, onderbouw je mening – graag zelfs, allemaal. Maar dat eeuwige belerende vingertje, van zelfbenoemde deugers? Dat mag ergens in waar de zon niet schijnt.


Geen grote redactie, wél veel werk.

Dit blog is onafhankelijk en advertentievrij.
Waardevol voor jou? Dan is een digitale cappuccino altijd welkom 🩷

cityscape of amman
Midden-Oosten

Jordanië 🧡

Tussen koraal en kloven: een reis van stof, stilte en schoonheid 💛

Jordanië is een fascinerend land – een openluchtmuseum vol geschiedenis en verhalen, met adembenemende landschappen. Tel daar de gastvrijheid van de mensen bij op, en het moge duidelijk zijn dat je je geen minuut hoeft te vervelen als je avontuurlijk genoeg bent om er een rondreis te maken.

Hoewel de regio op z’n zachtst gezegd onrustig genoemd kan worden, is Jordanië relatief stabiel en worden bezoekers hartelijk verwelkomd.

Amman

Amman is geen stad die zich in één oogopslag laat doorgronden. Ze is rommelig, uitgestrekt, vol contrasten – en tegelijkertijd hartveroverend. Heuvels bezaaid met zandkleurige gebouwen, taxi’s die toeterend hun eigen regels volgen, geuren van versgebakken manakish en pittige falafel die uit kraampjes opstijgen. En overal mensen: winkeliers die theedrinken op hun stoep, jongeren die selfies maken met de skyline op de achtergrond, kinderen die tussen de marktkramen door rennen.

De stad bestaat uit lagen. Letterlijk, want gebouwd op zeven heuvels, én figuurlijk. In het ene straatje loop je langs Romeinse ruïnes, een paar bochten verder sta je tussen hippe galeries en cafés met cold brew en avocado op toast. Amman is modern en oud tegelijk, conservatief en vooruitstrevend, rumoerig maar warm. En altijd in beweging.

De Citadel, op de hoogste heuvel van de stad, is zo’n plek waar je dat allemaal even vergeet. Tussen de overblijfselen van een tempel, een Byzantijnse kerk en een Umayyad-paleis, kijk je uit over het Romeinse theater in de diepte en de eindeloze stad eromheen. De witte gebouwen lijken van veraf op dominostenen die elk moment kunnen omvallen – maar ze staan, stevig en eigenwijs, zoals ze dat al jaren doen.

Niet ver daarvandaan ligt de King Abdullah I-moskee, met z’n blauwe koepel als herkenningspunt. Als bezoeker krijg je een lange jas aangereikt en een exemplaar van de Amman Message, een oproep tot religieuze tolerantie die nog verrassend actueel aanvoelt. Aan de overkant staan twee orthodoxe kerken, een zwijgend weerwoord tegen wie denkt dat Arabische steden geen ruimte laten voor diversiteit.

Amman leeft ook op straat. Loop door oude stad en je wordt vanzelf meegezogen in de drukte van de souq: tapijten, kruiden, speelgoed, namaakhorloges en waterpijpen in alle kleuren. Jongens bieden je granaatappelsap aan alsof ze aandelen hebben in de pers. Op Rainbow Street, een populaire plek voor locals en toeristen, zitten mensen buiten te eten, lachen, scrollen en flirten – onder de vlaggetjes die boven de straat wapperen alsof het altijd feest is.

En dan is er nog het Jordan Museum, hypermodern, koel en stil – een verademing na het straatgeweld van de stad. De geschiedenis van Jordanië komt hier tot leven in verhalen, objecten en vondsten, waaronder een deel van de Dode Zeerollen. Wie daarna genoeg energie over heeft (en een redelijke conditie), kan vanaf hier de trappen op naar Jabal Amman: een steile, stoffige klim, maar eentje die beloond wordt met uitzicht, streetart en onverwachte rust.

Jerash & Salt

Jerash is Romeins en indrukwekkend, met zuilengalerijen die je bijna doen vergeten dat je in Jordanië bent. Maar het is er ook bloedheet en stoffig. Tussen de eeuwenoude stenen groeien onverwacht felgekleurde stokrozen – fragiel en fel tegen het grijze gesteente. Het contrast tussen die bloemen en het stenen verleden is mooi om te zien.

Salt voelde meteen anders. Minder groots, meer gemoedelijk. Ouderwets, gezellig, onverwacht vriendelijk. In een straatje met houten deuren en scheve trappen vond ik streetart, geuren van kruiden en koffie, en winkeltjes waar mensen je vol enthousiasme verwelkomen. Niet om iets te verkopen, want ze snappen zelf ook wel dat je niet met zakjes kruiden gaat rondreizen, maar om een praatje te maken, te vertellen.

Machaerus & Mount Nebo

Sommige plekken voelen stil. Niet omdat er niemand is, maar omdat de geschiedenis er nog zo zwaar in de lucht hangt dat mensen vanzelf zachter gaan praten. Machaerus is zo’n plek. Je rijdt erheen via kronkelende wegen, met de Dode Zee op de achtergrond als glinsterende belofte. En dan ineens: een bergtop, verlaten en ruig, met verspreide stenen en de resten van wat ooit een koninklijk fort was.

Hier werd Johannes de Doper gevangen gezet. Hier werd hij – volgens de overlevering – onthoofd, op bevel van Herodes Antipas, na het fameuze dansje van Salomé. Wat nu resteert, zijn ruïnes van badhuizen, verdedigingsmuren en zuilen. En een uitzicht dat je stil maakt: over het meer, de heuvels, en op heldere dagen zelfs tot aan Jeruzalem. Je voelt het daar – hoe dichtbij alles ooit was en hoe ver weg het nu lijkt.

Niet veel verder ligt Mount Nebo, de berg van Mozes. Volgens de Bijbel kreeg hij vanaf hier een blik op het Beloofde Land – om het vervolgens nooit te betreden. Of je nu gelovig bent of niet, het is onmogelijk om hier te staan en níét even stil te worden. De vallei onder je strekt zich uit als een open boek. De Jordaan slingert als een lijn door het landschap. En ergens in de verte: Jericho, Bethlehem, misschien zelfs de contouren van Jeruzalem.

Op de top staat een moderne kerk, gebouwd op de resten van een Byzantijnse basiliek. Binnen zijn eeuwenoude mozaïeken blootgelegd: scènes van het dagelijks leven, jachttaferelen, mensen, dieren. Niet heilig of verheven, maar menselijk, alsof de makers je willen zeggen: kijk, zo leefden wij.

Mount Nebo is geen plek voor selfies of spektakel. Het is een plek om te kijken, te ademen, te beseffen hoe dun de grens is tussen mythe en werkelijkheid. En dat sommige verhalen, hoe oud ook, nog altijd raak zijn.

Madaba & Dode Zee

Madaba barst van de kleur. Wereldberoemd om zijn mozaïeken, maar het zijn de levendige straatjes met gezellige winkeltjes en die typische lichtheid van het stadje die het bijzonder maken. Hier voelt Jordanië ineens even mediterraan, alsof je op een plek bent waar geloof en leven hand in hand gaan.

De Dode Zee is een ervaring. Je ligt niet in het water, je zweeft. Het zout prikt, de geur is vreemd, de modder is zwart en plakkerig en alles voelt vettig. Alsof je drijft in warme olijfolie. In het resort bloeiden schitterende bloemen, alsof de natuur hier tóch wat terugwint. O ja, en ik zag een slang. Brrrrr. 

Dana National Park

De weg naar Dana is een verhaal op zich. Slaperige dorpjes, stoffige weggetjes waar je moet uitwijken voor een kameel die plots oversteekt. Schoolmeisjes van een jaar of zes zwaaien enthousiast vanaf de kant van de weg, toeristen zijn hier nog bijzonder. En dat voel je.

Dana is een plek waar je vanzelf langzamer gaat lopen, en niet alleen omdat je over smalle konijnenpaadjes loopt. Het dorp ligt op de rand van een diepe vallei, met een fenomenaal uitzicht dat zich niet in één keer laat vangen. Elke honderd meter verandert het landschap. Van rotsachtig naar groen, van dor naar begroeid, alsof je telkens door een nieuwe wereld stapt. Het is geen decor, maar iets levends.

Vroeger woonden hier mensen, tot ze gedwongen werden te verhuizen. De huizen staan er nog. Witgepleisterde muren, een oude moskee, lage stenen gebouwen die nu dienst doen als B&B, informatiecentrum of eenvoudig restaurantje. Je voelt de geschiedenis hier niet als iets dat voorbij is, maar als iets dat naast je loopt.

Onze gids was een goedlachse bedoeïen in een bruine jellaba, die hij met veel flair omhoog trok als we heuvelop liepen, tot groot vermaak van het gezelschap. Hij vertelde over de klimaatverandering, zichtbaar in Dana: dieren die verdwijnen, sneeuw die vroeger viel en nu al jaren uitblijft. Zijn stem was zacht, zijn blik scherp. Hij kende elke bocht van het pad, elke plant bij naam.

En terwijl we verder liepen, werd het landschap stiller. Geen wegen, geen gebouwen, geen prikkels. Alleen wind. En een adembenemende leegte die alles uitvergroot: de kleuren, de geur van tijm, je eigen ademhaling. Dana is geen plek waar je zomaar even stopt. Het is een plek waar je blijft hangen, ook als je allang weer weg bent.

Misschien juist omdat het zo mooi is. En omdat het laat zien wat we op het spel zetten – zonder dat iemand het hardop hoeft te zeggen.

Siq al-Barid (Klein Petra)

Ook wel bekend als Klein Petra – een minder bekende, maar eveneens indrukwekkende site op zo’n 10 kilometer van Petra. De kleine kloof is de enige in- en uitgang. Vermoedelijk was dit een handelspost en halteplaats voor reizigers op weg naar Petra. Er zijn diverse uit de rotsen gehouwen gebouwen en tempels te zien, en ook hier vind je de ingenieuze waterkanalen van de Nabateeërs, essentieel om te overleven in de woestijn.

Wadi Musa, de toegang naar Petra

Petra is geen plek, het is een wereld op zich. Een stad uitgehakt in steen, vergeten door de tijd, maar nog altijd levend voor wie haar bezoekt. De meeste mensen denken aan de Schatkamer, dat ene iconische beeld. Maar Petra is zoveel groter, letterlijk én figuurlijk.

De route begint al voor de beroemde kloof. De weg naar de Siq is op zichzelf al een wandeling waard, langs oude graven, uitgehakte façades, resten van een aquaduct. Alles ademt oudheid. En dan: de Siq. Een natuurlijke kloof, gevormd door een aardbeving duizenden jaren geleden. Soms breed, dan weer zo smal dat het licht nauwelijks doordringt. De rotswanden rijzen tientallen meters omhoog en werpen hun schaduw over een geplaveide weg van eeuwenoude stenen. Er is zon, er is schaduw, er is stilte. Alles echoot.

En dan, plotseling, zie je een glimp. Een hoek, een zuil, iets dat geen natuur meer is maar mensenwerk. En daar is ze dan: de Schatkamer, Al Khazneh. Niet gemaakt, maar uitgehouwen. Niet gebouwd, maar bevrijd uit de rots. Het is even ademhalen, of juist vergeten dat je ademhaalt.

Toch is het slechts het begin. Petra strekt zich uit over kilometers. Façades die nooit zijn afgemaakt. De resten van een Byzantijnse kerk, met mozaïeken die je bijna over het hoofd ziet. Een Romeins theater. En uiteindelijk: Ad Deir, het Klooster. Groter dan de Schatkamer, minder verfijnd misschien, maar indrukwekkender. De klim ernaartoe – ruim 800 treden, smalle paden, scherpe bochten – is pittig, maar het uitzicht is groots. Je ziet de vallei onder je, de rotsen in lagen als een opengeslagen boek, en begrijpt ineens waarom mensen hier een stad bouwden.

Op de terugweg, door een verlaten Siq, werd alles stiller. Geen toeristen, geen stemmen, alleen mijn eigen voetstappen en het gefluister van de geschiedenis. Het was unheimisch, mysterieus, bijna spookachtig mooi. Alsof Petra zich voor één dag had teruggetrokken uit de wereld en alleen mij had binnengelaten.

Aan het eind van die dag had ik meer dan twintig kilometer gelopen. En toen pas begreep ik hoe absurd het is dat mensen Petra soms “klein” noemen. Petra is allesbehalve dat. Ze is groots in stilte, in steen, in schoonheid. En vooral in wat ze je laat voelen.

Wadi Rum

Er zijn plekken op de wereld waar je denkt: dit kan niet echt zijn. Wadi Rum is er zo één. Een landschap dat meer op Mars lijkt dan op aarde, met zand in tinten die van zachtroze naar vuurrood gloeien, grillige rotsformaties die oprijzen als kathedralen en een stilte die bijna tastbaar is. Hier hoor je niets. Behalve misschien de wind. Of het zachte getik van een kameelpoot op steen.

Ze noemen het de Vallei van de Maan, maar het voelt alsof je in een andere tijd bent beland. Geen bebouwing, geen lantaarnpalen, maar wifi was er dan weer wél, in de rode tent waar ik sliep, recht uit een sprookje van duizend-en-een-nacht. Buiten werd een traditioneel gerecht bereid in een zandoven: rijst, kip en groenten, gegaard onder de grond, terwijl de rook langzaam uit het zand omhoog kringelde. Toen het eten eenmaal opgediend werd, klonk er muziek. Arabische ritmes, trommels, gezang en ineens danste iedereen. Gidsen, gasten, kinderen. De woestijn werd even een feestzaal.

Later die middag klom ik op de Um Fruth Rock Bridge, een van de bekendste rotsformaties van Wadi Rum. Een elegante boog van steen, zwevend boven het zand, alsof hij er door de wind is neergezet. De klim is kort maar steil, de afgrond voelbaar aan alle kanten, maar het uitzicht is het waard. Daarna reden we door naar een klein plateau, waar we de zon langzaam onder zagen gaan achter de rotsen. Geen mensenmassa’s, geen drukte. Alleen warme lucht, rood licht en stilte.

En toen, de ochtend. Om vijf uur zat ik op een kameel, nog half slaperig, toen de zon opkwam achter de bergen. De lucht kleurde eerst lichtgrijs, toen oranje. Alles werd stil. Zelfs de dieren leken te luisteren. Het was geen toeristisch moment, geen bucketlistvinkje, het was iets dat je overkomt. Iets dat blijft. Het enige nadeel? De tot op het bot verwende kinderen die vanuit een andere groep ook op een kameel zaten. 

Voor avonturiers is Wadi Rum een paradijs: je kunt er klimmen, wandelen, jeep-safari’s maken of gewoon ergens gaan zitten en niks doen. Want soms is dat precies wat je nodig hebt: even verdwijnen. In het rood van de woestijn, in de stilte van een plek die groter is dan jij.

Lawrence of Arabia

Wie “Wadi Rum” en “geschiedenis” zegt, zegt Thomas Lawrence – beter bekend als Lawrence of Arabia. Tijdens de Arabische Opstand (1916–1918) verbleef hij in Wadi Rum. Zijn verhalen brachten het gebied wereldwijde bekendheid. Hij was archeoloog, officier, diplomaat, schrijver en bovenal een waaghals. Wadi Rum, met zijn ontoegankelijke kloven en zandvlaktes, was zijn schuilplaats en uitvalsbasis. Zijn boek Seven Pillars of Wisdom is een aanrader voor wie meer wil weten en de filmklassieker uit 1962 met Peter O’Toole al helemaal.

De beroemde Seven Pillars of Wisdom, een rotsformatie bij de ingang van het natuurreservaat, zijn naar dit boek genoemd.

Aqaba

Mijn eerste indruk van Aqaba? Druk. Vies. Te warm. De stad voelde chaotisch en grijs, en ik vroeg me serieus af waarom mensen hier hun vakantie doorbrachten. Maar, zoals wel vaker in het Midden-Oosten, had ik gewoon wat dieper moeten kijken. Aqaba laat zich niet in één oogopslag kennen, je moet haar verdienen.

Het begon met een dwaaltocht door de kleinere straatjes, weg van het verkeer en de uitlaatgassen. Daar, op kleine pleintjes, vond ik ineens de charme die ik zocht. Lokale winkeltjes, eenvoudige werkplaatsen waar idealistische vaklui sieraden verkochten – oorbellen van zilver en papier, met de hand gemaakt en met liefde toegelicht. Geen glitter, maar verhaal.

En eten. Warm, vers platbrood, nog dampend van de bakplaat. Hummus, fluweelzacht. Muhammara, pittig en vol. En falafel, knapperig van buiten, luchtig van binnen. Ik zou er een omweg voor maken. Of twee.

Met een boot ging ik het water op. De zon brandde, het water was helder, en onder ons de koraalriffen waar Aqaba zo bekend om is. Prachtig en tegelijk pijnlijk. Want tussen het koraal lagen ook autobanden. Plasticc, rommel, afval. Alsof de zee alleen mag bestaan zolang wij haar mooi vinden.

Op een bepaald, smal punt in zee kon je vier landen tegelijk zien: Israël en Egypte aan de ene kant, Jordanië en Saudi-Arabië aan de andere. Het kruidvat van de wereld, de regio, en tegelijkertijd zo stil en vredig, daar in dat kleine bootje op het water.

Na Aqaba reed ik terug naar Amman, waar ik nog één dag had. Ik slenterde over markten vol schreeuwende verkopers, door steegjes die naar kruiden roken (en naar straatkatten), dronk vers mangosap op een balkonachtig terras in een café waar de dode kakkerlakken onder mijn slippers kraakten. De stad was warm, levendig, scherp en chaotisch. Alsof Jordanië me nog even wilde zeggen: je hebt veel gezien, maar niet alles begrepen. En dat hoeft ook niet.

Want dat is wat deze reis me het meest heeft laten voelen: Jordanië is geen ansichtkaart. Het is ruig, zacht, stoffig, gastvrij, tegenstrijdig. Het is geen decor. Het is echt. En echt laat sporen na.

Het is het Midden-Oosten. Ik hou ervan. ❤️

Nog meer lezen over Jordanië? Voor officiële info ➡️ Jordan Tourism Board


Geen grote redactie, wél veel werk.

Dit blog is onafhankelijk en advertentievrij.
Waardevol voor jou? Dan is een digitale cappuccino altijd welkom 🩷

black and red frame eyeglasses
Midden-Oosten

Israël, apartheid en de media

“I swore never to be silent whenever and wherever human beings endure suffering and humiliation. We must take sides. Neutrality helps the oppressor, never the victim. Silence encourages the tormentor, never the tormented.” 

Wie zwijgt, kiest de kant van de onderdrukker, zei Elie Wiesel. Toch blijft het opvallend stil in Nederlandse en Europese media over iets wat internationale mensenrechtenorganisaties steeds stelliger benoemen: de Israëlische apartheid.

In april 2021 publiceerde Human Rights Watch (HRW) een uitgebreid rapport waarin Israël wordt aangeduid als een apartheidsstaat – en waarin wordt gesteld dat deze term ook als zodanig gebruikt moet worden. Enkele maanden eerder had de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem al een vergelijkbare conclusie getrokken in een eigen publicatie. Opvallend genoeg kregen deze twee rapporten, beide afkomstig van internationaal gerespecteerde organisaties, nauwelijks aandacht in de Nederlandse media. Ook het later verschenen verslag van Amnesty International, dat dezelfde lijn volgt, werd grotendeels genegeerd door serieuze journalistieke platforms. In plaats daarvan werd het onderwerp gekaapt op sociale media, waar internettrollen alle kritiek op de staat Israël afdoen als antisemitisme.

De drie rapporten, alle binnen een jaar van elkaar verschenen en uitgesproken kritisch over de behandeling van de Palestijnse bevolking en structurele mensenrechtenschendingen, roepen fundamentele vragen op. Wat vooral opvalt, is dat de opvattingen over de relatie tussen Israël en apartheid de afgelopen jaren duidelijk aan het verschuiven zijn. Die verandering is zichtbaar binnen de wetenschap, bij mensenrechtenorganisaties, en in opinieblogs en internationale media. Alleen de Noordwest-Europese pers lijkt achter te blijven – met nauwelijks diepgravende publicaties of hoofdredactionele beschouwingen over dit onderwerp.

HA’ARTEZ EN APARTHEID
Voor dit artikel onderzocht ik hoe de Israëlische media over apartheid schrijven – een analyse die ik eerder in uitgebreidere vorm maakte voor een academisch paper. De focus ligt op het dagblad Ha’aretz, dat bekendstaat als een onafhankelijke kwaliteitskrant: liberaal van toon, maar niet uitgesproken links of rechts. De krant bericht over zowel binnenlandse als internationale kwesties en is zich nadrukkelijk bewust van haar invloed op de publieke opinie. Een zoekopdracht op het woord ‘apartheid’ in Ha’aretz via Factiva, over de periode januari 2017 tot januari 2022, levert 915 artikelen op. De manier waarop deze term wordt gebruikt, zegt veel over de positie die de krant inneemt in het debat.

Frequentie is het eenvoudigst in kaart te brengen: hoeveel artikelen verschenen er in de loop der jaren en hoe vaak komt het woord ‘apartheid’ in elk artikel voor? Prominentie draait om de plaats van het woord in de tekst: verschijnt het in de kop, is het onderwerp van het volledige artikel, of slechts een terloopse verwijzing in een citaat? Tot slot is er de toon: schrijft de journalist op afstand of van dichtbij? Bij afstandelijk gebruik wordt het woord vaak tussen aanhalingstekens geplaatst; een subtiel signaal dat de term als omstreden of niet-legitiem wordt gepresenteerd.

Wat opvalt, is dat de toon in de recente artikelen van Ha’aretz een breuk lijkt te vormen met eerdere jaren. Waar de krant voorheen overwegend loyaal was aan het officiële narratief van de staat Israël, sluit de berichtgeving nu vaker aan bij de langzaam verschuivende publieke opinie. De term ‘apartheid’ duikt vaker op, maar het zal vermoedelijk nog geruime tijd duren voordat die volledig wordt geaccepteerd in het brede publieke debat.

GELOOFWAARDIGHEID ARTIKELEN HA’ARETZ
De term ‘apartheid’ blijft politiek beladen. In het publieke en diplomatieke discours wordt nog steeds de voorkeur gegeven aan eufemismen zoals ‘tijdelijke bezetting’ – al roept die kwalificatie na ruim vijftig jaar vooral vragen op over wat er nog als tijdelijk kan gelden. De Israëlische geograaf en politicoloog Oren Yiftachel stelde in mei 2021 dat apartheid vele verschijningsvormen kent, en niet noodzakelijkerwijs een kopie hoeft te zijn van het Zuid-Afrikaanse model. De belangrijkste vraag blijft dan ook: hoe nu verder, in een conflict dat al decennia muurvast zit?

Zelfs de grootste optimist gelooft nauwelijks nog in een levensvatbare tweestatenoplossing. Toch wint een alternatief model langzaam aan terrein: A Land for All, een gezamenlijke Israëlisch-Palestijnse beweging die pleit voor gedeelde soevereiniteit, gelijke rechten, vrijheid van beweging voor alle inwoners en een gezamenlijk bestuurd Jeruzalem. Een van de initiatiefnemers is de Israëlische journalist Meron Rapoport, die zich al jaren inzet voor een nieuw denkmodel voorbij de klassieke tweedeling.

Al in 2007 verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift International Security een artikel over de betrouwbaarheid van opiniestukken en analyses in onder andere Ha’aretz, met betrekking tot apartheid, mensenrechten en het Arabisch-Israëlische conflict. De auteurs concludeerden dat de inhoud van deze publicaties zelden ter discussie staat, omdat ze feitelijk accuraat en goed onderbouwd zijn. Mede daarom kon Human Rights Watch zich in zijn rapporten op Ha’aretzbaseren zonder in te boeten aan geloofwaardigheid.

AFWIJZING DOOR IDENTIFICATIE
De afwijzing van de term ‘apartheid’ door veel Israëli’s hangt samen met de dominante overtuiging dat de staat Israël zich louter verdedigt tegen terrorisme. De meerderheid van de bevolking lijkt weinig moeite te hebben met het voortbestaan van illegale nederzettingen en accepteert de realiteit van miljoenen Palestijnen die als tweederangsburgers leven. Daarmee staat Israël als natie voor een fundamentele keuze – vergelijkbaar met die van Zuid-Afrika destijds: kiest het voor democratie en afstand van een systeem van ongelijkheid, of blijft het vasthouden aan de status quo, waarin structurele ongelijkheid wordt genormaliseerd?

Dat het gebruik van het woord ‘apartheid’ gevoelig ligt in Israël en het publieke debat polariseert, moge duidelijk zijn. Veel Israëlische wetenschappers en journalisten vermijden de term bewust, uit vrees dat die bijdraagt aan een negatief imago – niet alleen van de staat, maar ook van de bredere Joodse identiteit. Daartegenover staat de benadering van Ha’aretz, waar de term in recente artikelen steeds vaker zonder aanhalingstekens wordt gebruikt, zowel in koppen als in de tekst zelf. Dat wijst op een langzame, maar betekenisvolle verschuiving in het discours.

OPINIE EN TERMINOLOGIE
In oktober 2021 schreef voormalig plaatsvervangend procureur-generaal Yehudit Karp een opiniestuk over de terughoudendheid rond het gebruik van het woord ‘apartheid’. Volgens haar raakt de gemiddelde Israëlische lezer al snel vervuld van afschuw en haakt af zodra het begrip in verband wordt gebracht met Israël. Apartheid, zo stelt ze, is iets wat plaatsvond in Zuid-Afrika tussen 1948 en 1990, waartegen men demonstreerde — niet iets wat met Israël geassocieerd zou mogen worden. Wie dat wel doet, wordt in haar ogen vaak gezien als een radicaallinkse Israël-basher, gedreven door antisemitisme of een diepgewortelde afwijzing van eigen land en volk.

Uit onderzoek naar het gebruik van de term ‘apartheid’ blijkt dat Ha’aretz al geruime tijd aandacht besteedt aan de humanitaire gevolgen van bezetting en nederzettingen — lang voordat Europese en Amerikaanse media dit onderwerp structureel oppakten. Inmiddels, anno 2022, gebruiken steeds meer Joodse en Israëlische critici de term openlijk in hun publicaties, variërend van journalisten en academici tot bloggers.

EEN NIEUWE TOON
De afgelopen weken verschenen in Ha’aretz steeds kritischere stukken – niet alleen over apartheid, maar ook over corruptie binnen de Israëlische regering. Over gevoelens van schaamte na 32 jaar dienst bij de Israeli Defence Forces, en over de zinloosheid van het doden van 65 kinderen bij de meest recente vergeldingsaanval op Gaza – een gebeurtenis die nauwelijks nog het nieuws haalde. Over hoe Israël de radicale islam inzet als rechtvaardiging voor langdurige bezetting. Over de immorele quasi-neutraliteit van de Israëlische regering, die weigert Rusland te veroordelen terwijl tegelijkertijd de Holocaust wordt herdacht – en er volgens Ha’aretz sprake is van een nieuwe genocide op Europees grondgebied. En over de invloed van het geld van Russische oligarchen op de Joodse samenleving, en de veilige haven die zij in Israël lijken te vinden.

Ook schrijft Ha’aretz steeds vaker over de manier waarop de basisrechten van Palestijnen worden geschonden: huizen die worden gesloopt, bewegingsvrijheid die wordt beperkt, en een dagelijkse realiteit van ongelijkheid. Het woord ‘apartheid’ mag dan niet altijd expliciet vallen, de gevolgen ervan zijn duidelijk zichtbaar. Daarnaast waarschuwt de krant voor de rol van geruchten en achterklap, die via sociale media gemakkelijk uitgroeien tot nepnieuws en tot gewelddadige escalaties kunnen leiden. De Tempelberg is al gevoelig genoeg zonder dat er verhalen circuleren over plannen om het gebied exclusief toegankelijk te maken voor Joden.

En over hoe Israël een apartheidsstaat is – en ook zo genoemd zou moeten worden, zoals blijkt uit het HRW-rapport en de inspanningen van de mensenrechtenorganisatie B’Tselem, die als eerste het “A-woord” gebruikte om de levensomstandigheden van de Palestijnen te duiden. En over hoe het besef langzaam groeit, ook in Tel Aviv, dat het slechts een kwestie van tijd is voordat de wereld die kwalificatie overneemt – met alle gevolgen van dien.

WOORDEN DOEN ERTOE
Woorden doen ertoe – en kranten kiezen ze met zorg. Het draait daarbij niet alleen om feitelijke informatievoorziening, maar ook om invloed op het bredere publieke debat. Taal bepaalt mede het discours en kan standpunten vormen of verschuiven binnen de publieke opinie. Een artikel is pas echt geslaagd wanneer het mensen aan het praten krijgt: bij de koffieautomaat, op sociale media, of aan de keukentafel. Beeld speelt daarbij een belangrijke rol. Niet voor niets illustreren kranten hun verhalen vaak met foto’s; een afbeelding, zo luidt het gezegde, zegt immers meer dan duizend woorden.

Door de razendsnelle opkomst van internet en technologische innovaties heeft nieuws een transnationaal karakter gekregen. Met de Engelstalige editie van Ha’aretz, die sinds 1997 bestaat, positioneert het Israëlische dagblad zich nadrukkelijk binnen die internationale informatieruimte. Sociale media fungeren daarbij als brug tussen diaspora’s, verhalen en geschiedenissen, met een bereik van slechts één muisklik. Een eenduidige benadering van de term ‘apartheid’ in de media is er niet – en zal er waarschijnlijk ook niet komen. Maar het is duidelijk dat Ha’aretz het onderwerp de afgelopen vijf jaar niet heeft geschuwd. Integendeel: de krant benoemt het fenomeen herhaaldelijk en expliciet, en speelt daarmee een opvallende rol in het Israëlische én internationale discours.

Volgens John Dugard is de belangrijkste reden waarom Europese media het woord ‘apartheid’ niet (durven) gebruiken in relatie tot Israël, de angst om van antisemitisme te worden beschuldigd. Ha’aretz noemt diezelfde reden expliciet. Op sociale media wordt kritiek op Israël vaak direct als antisemitisch weggezet – vaak door gebruikers die het land niet eens op een kaart kunnen aanwijzen, maar wel luid menen te weten waar de grens ligt tussen haat en kritiek. Zolang het verschil tussen antisemitisme en antizionisme voor velen niet duidelijk is, blijft het moeilijk om fundamentele kritiek op het Israëlische beleid bespreekbaar te maken.

Want zoals Elie Wiesel al zei: neutraliteit helpt de onderdrukker, nooit het slachtoffer. En zolang het woord ‘apartheid’ uit angst wordt gemeden, blijft het onrecht stilletjes voortbestaan.

Dit artikel is op 3 juni 2022 ook gepubliceerd op Het Grote Midden Oosten Platform.


Geen grote redactie, wél veel werk.

Dit blog is onafhankelijk en advertentievrij.
Waardevol voor jou? Dan is een digitale cappuccino altijd welkom 🩷