Seksueel geweld als oorlogswapen: wat het rapport van The Dinah Project laat zien
Op 7 oktober 2023 viel Hamas Israël aan. Al snel gingen gruwelijke beelden rond van moorden, branden en ontvoeringen. Maar over één ding bleef het opvallend stil: seksueel geweld. Pas maanden later kwam er serieus onderzoek, dat eindigde in een rapport. Waarom duurde dat zo lang? En waarom hoor je zo weinig van activisten die normaal gesproken juist bij dit soort misdaden van zich laten horen?
Op 8 juli 2025 bracht The Dinah Project – een Israëlische NGO die in 2023 werd opgericht door juristen, onderzoekers en mensenrechtenexperts – een schokkend rapport uit over het seksueel geweld dat op 7 oktober werd gepleegd. Het rapport “A Quest for Justice: October 7 and Beyond” legt uit hoe Hamas-strijders op meerdere plekken vrouwen verkrachtten, martelden en verminkten. De organisatie roept op tot internationale vervolging.
Wat staat er in het rapport?
Het rapport is gebaseerd op honderden uren videobeelden, forensisch onderzoek en tientallen getuigenissen. Dit zijn de belangrijkste bevindingen:
- Er zijn minimaal vijftien gevallen van verkrachting, groepsverkrachting en seksuele marteling vastgesteld. Die vonden plaats op zes plekken in Zuid-Israël, waaronder het Nova-festival en kibboetsen als Re’im en Nir Oz.
- Ooggetuigen en hulpverleners meldden dat lichamen van vrouwen naakt en vastgebonden waren. Sommigen hadden verwondingen aan hun geslachtsdelen of waren daar beschoten.
- Vrijgelaten gijzelaars vertelden dat ze in Gaza seksueel zijn vernederd, verkracht of bedreigd met gedwongen huwelijk.
- Het geweld was geen toeval. Het was bewust, georganiseerd en bedoeld om te vernederen en angst aan te jagen.
Hoe is het onderzocht?
Het rapport beweert niet alles te weten. Veel slachtoffers zijn dood. Anderen durven of kunnen niet praten. Toch laten de beelden, verklaringen en het forensisch onderzoek een duidelijk beeld zien. Juist omdat de onderzoekers voorzichtig zijn en niets overdrijven, komt het rapport overtuigend over.
De werkwijze:
- Gesprekken met 15 bevrijde gijzelaars, 17 ooggetuigen en 27 hulpverleners;
- Analyse van duizenden foto’s en honderden uren video;
- Beoordeling door experts op het gebied van seksueel geweld in conflicten;
- Internationale standaarden zijn gevolgd, zoals VN-protocollen.
Waarom is dit rapport belangrijk?
Het rapport laat zien dat het seksueel geweld op 7 oktober niet incidenteel was, maar systematisch. Dat maakt het mogelijk om Hamas aan te klagen voor oorlogsmisdaden. Bovendien dwingt het overheden en media om het geweld tegen vrouwen op 7 oktober serieus te nemen.
Veel vrouwen die dit overleefden, spreken niet. Maar het rapport maakt hun verhalen zichtbaar via hulpverleners, sporen op de lichamen en de verklaringen van bevrijde gijzelaars.
Ontkenning, twijfel en verdraaiing
Hamas ontkent alle aantijgingen. Ze noemen het propaganda van Israël. Ook sommige pro-Palestijnse activisten zeggen dat het verhaal over verkrachtingen verzonnen is. De Amerikaanse commentator Max Blumenthal bijvoorbeeld stelt dat Israël seksueel geweld “politiek inzet” om steun te krijgen.
Sommige vroege verhalen over verkrachting bleken later onjuist of overdreven. Het PBS-programma News Hour beschreef twee van zulke gevallen. Maar die uitzonderingen worden nu gebruikt om álle meldingen in twijfel te trekken, ook de goed onderbouwde.
Dat zorgt voor verwarring. Activisten en zelfs sommige academici richten zich vooral op wat niet klopt, in plaats van op het leed dat wél is bewezen.
De bekende filosofe Judith Butler noemde de aanval van Hamas een “daad van verzet”. Zulke uitspraken maken het makkelijker om gruweldaden weg te praten of te negeren.
De ironie: juist door zich vast te bijten in verkeerde verhalen, ondermijnen critici het bewijs dat er wél is. Daardoor ontstaat er opnieuw stilte, niet omdat er geen misdaden zijn, maar omdat sommige mensen ze niet wíllen zien.
Het zwijgen van activisten
Wat ook opvalt: veel activisten en mensenrechtenorganisaties zwijgen. Terwijl ze normaal gesproken terecht in actie komen bij seksueel geweld, blijft het nu stil.
Na 7 oktober zagen we drie manieren waarop het geweld werd weggepraat:
- Ontkenning: het zou niet gebeurd zijn, of het is Israëlische propaganda;
- Relativering: het is een reactie op het beleid van Israël, alsof verkrachting verzet is;
- Omkering: de schuld ligt bij Israël, want dat zou Hamas hebben uitgelokt.
Het komt hierop neer: wie de slachtoffers niet erkent omdat ze Israëlisch of Joods zijn, meet met twee maten. Dan gaan vrouwenrechten alleen op als het politiek goed uitkomt.
Waar blijven de opiniestukken? De hashtags? De solidariteitsverklaringen? De vlaggen, de aandacht van journalisten en academici? Het rapport van The Dinah Project is niet alleen een aanklacht tegen Hamas, maar ook een morele test. Wie hier zwijgt, verliest geloofwaardigheid als voorvechter van mensenrechten. Wie alleen spreekt als de dader wit, westers of zionistisch is, bedrijft geen mensenrechtenactivisme, maar geopolitieke propaganda.
Conclusie
A Quest for Justice is een sterk en zorgvuldig rapport. Het legt bloot hoe seksueel geweld op 7 oktober werd gebruikt als oorlogswapen. In een wereld waar vrouwelijke slachtoffers vaak worden genegeerd, is dit rapport een stap naar erkenning en rechtvaardigheid.
Zwijgen is geen neutraliteit. Het is wegkijken. En als mensenrechten voor iedereen gelden, dan moeten ze ook verdedigd worden wanneer dat ongemakkelijk is.
Daarbij is één punt extra belangrijk om te benadrukken: deze constatering komt niet uit het rapport zelf, maar is essentieel om toe te voegen. De slachtoffers van 7 oktober – vrouwen, kinderen, festivalgangers, bewoners van kibboetsen – zijn op geen enkele manier verantwoordelijk voor hoe de Israëlische regering daarna reageerde. Wat hen is aangedaan, staat los van militair beleid of politieke keuzes. Het zijn burgers die op brute wijze zijn aangevallen en als zodanig moeten ze worden erkend.
Geen grote redactie, wél veel werk.
Dit blog is onafhankelijk en advertentievrij.
Waardevol voor jou? Dan is een digitale cappuccino altijd welkom 🩷