De val van het kabinet wordt op Bluesky gevierd alsof de geschiedenis een morele afslag heeft genomen: richting empathie, redelijkheid en gelijkwaardigheid. Maar het feestgedruis is vooral luid in de bubbel zelf. Wie nuchter om zich heen kijkt, ziet vooral politieke continuïteit en geen revolutie.
Gelukkig zijn er ook mensen die (terecht!) oproepen tot reflectie: “Centrum-links moet zich niet verkneukelen, maar focussen op problemen die voedingsbodem geven aan onvrede.”
Want die onvrede is er nog steeds. Het is makkelijk juichen in een bubbel waar iedereen hetzelfde denkt. Maar Nederland stemt ondertussen gewoon verder naar rechts.
DE MYTHE VAN LINKS NEDERLAND
De illusie van een links Nederland leeft hardnekkig in progressieve kringen – vooral op sociale media en in Randstedelijke cafés waar havermelk met moreel gezag wordt geschonken. Maar feitelijk is het midden tot centrumrechts al decennialang dominant.
Het CDA zat sinds de Tweede Wereldoorlog vrijwel onafgebroken in kabinetten. Sinds 2010 leverde de VVD de premier. Bij de verkiezingen van 2023 werd de PVV de grootste partij, maar leverde geen premier: dat werd de partijloze Dick Schoof, als compromisfiguur. D66 klinkt progressief, maar is economisch gewoon liiberaal – een soort VVD light met wat idealistische filters. De PvdA fungeerde meestal als opvulling en verloor de afgelopen decennia flink terrein. GroenLinks-PvdA haalt samen zelden meer dan een derde van de stemmen.
Nederland is geen progressief bolwerk, maar een land van coalities, compromissen en slappe polderpasta, met af en toe een ruk naar Fortuyn of Wilders.
KRINGVERJAARDAG IN EEN BUBBEL
Toch lijkt een deel van progressief Nederland bij elke kabinetsval opnieuw te geloven in een morele wedergeboorte. “De democratie heeft gesproken!” juichen ze. “Het redelijke geluid wint!”
Maar wie het land in kijkt, ziet iets anders. Men stemt ongetwijfeld weer op PVV, VVD, BBB of NSC – al lijken de laatste twee inmiddels alweer weggeëbd in de peilingen. Wie er met die kiezers vandoor gaat, is nog onduidelijk; het CDA en D66 draaien alvast de duimen warm. De val van een kabinet betekent meestal slechts een stoelendans en geen koerswijziging.
Zoals ik eerder opmerkte: “Voorlopig rolt iedereen nog vol plezier over de vloer – om over een paar maanden weer beteuterd naar de uitslag van verkiezingen te kijken. Alles links van het midden zou zichzelf eens een schop onder de derrière moeten geven en afvragen waarom het steeds niet lukt.”
FRAMING MET SCHUIM OP DE MOND
Neem een draadje op Bluesky, waarin de morele verontwaardiging het volume overstijgt van elke analyse. De PVV is “afgrijselijk”, de VVD-leider heeft “infantiele argumenten” en het beleid is “pure horror”.
Dat mag – en is deels ongetwijfeld waar. Maar het illustreert ook waar het misgaat: het debat wordt vervangen door een ritueel van verontwaardiging. Kiezers zijn verdacht, dom of racistisch. Nuance lijkt op verraad. Samenwerken met andersdenkenden voelt als besmetting. En ondertussen is de deur naar het kieslokaal een draaideur, en stapelen de echte problemen in het land zich op.
Maar hou vooral vol dat je je inzet tégen populisme. Ga nou eens vol op het orgel op basis van inhoud, zonder op alles en iedereen neer te kijken. Die felbegeerde democratie heeft als grondslag dat de verschillen er juist mogen zijn – hoe verwerpelijk je sommige denkbeelden ook vindt. Niemand verandert van mening als hij voortdurend wordt weggezet als een domme, moreel corrupte randdebiel.
ACADEMISCH ACTIVISME ALS PREEK
Universitair docenten die op sociale media meer woorden wijden aan morele verontwaardiging dan aan academische verdieping zijn allang geen uitzondering meer.
Nederland is “door en door racistisch”, VVD-stemmers zijn “medeplichtig aan genocide” en gewone burgers die op de ‘verkeerde’ partij stemmen, worden afgeschilderd als “griezels aan de borreltafel”. En wie het waagt om voorzichtig tegen te spreken – of, God verhoede, wijst op het gebrek aan woonruimte, leraren of beleidscoherentie – krijgt de volle laag: “Wat is dit voor onzin?” of het inhoudelijk ijzersterke “Lul toch niet zo krom.” Serieus verweer of een poging tot een gesprek, wordt afgedaan als domheid of slechte intentie.
Debat? Geen ruimte voor. Complexiteit? Weggefilterd. Wat begon als activisme, eindigt als karaktermoord op iedereen die niet in de pas loopt. En wie zich afvraagt waarom het vertrouwen in de ‘redelijke elite’ keldert, hoeft alleen maar deze discussies terug te lezen. De academie is een preekstoel geworden, met het vingertje altijd omhoog en de deur altijd dicht.
Als universitair docent word je geacht bij te dragen aan democratisch burgerschap, academisch denken en nuance. Niet aan het tegenovergestelde. Dit soort retoriek versterkt vooral de allergie voor elite, bubbel en academische betweterij – en precies dát is de voedingsbodem voor de polarisatie die men zegt te bestrijden
WAT REST: POLDERPASTA EN EEN VEGAN TOETJE
De realiteit is minder spectaculair dan de feeststemming doet vermoeden. Nederland blijft gewoon Nederland. Polderpiepers, doorgekookte spruitjes, zompige gehaktbal, rechts sausje. Er verandert pas iets als links niet alleen feestviert, maar ook leert waarom het steeds verliest.
En terwijl op Bluesky het morele vuurwerk nog nagalmt, is het enige bruggetje dat wordt gebouwd het bruggetje naar het eigen gelijk.
De enige revolutie?
Het toetje is nu vegan.
🧩 Terzijde voor wie zich afvraagt of dit een pleidooi voor rechts is:
Ook ik heb een hekel aan Wilders en de PVV – alleen denk ik niet dat mensen ooit van gedachten veranderen als ze vooral uitgescholden worden.
Geen grote redactie, wél veel werk.
Dit blog is onafhankelijk en advertentievrij.
Waardevol voor jou? Dan is een digitale cappuccino altijd welkom 🩷