Hoe het Songfestival de façade van fatsoen op Bluesky doorbrak
Toen de Israëlische zangeres Yuval Raphael, overlevende van het Nova-festival op 7 oktober, werd uitgefloten tijdens haar optreden op het Eurovisie Songfestival, schreef ik in de Volkskrant dat we moeten oppassen. Wie een overlevende reduceert tot staatspropaganda, ontkent niet alleen haar verhaal, maar ook haar menselijkheid.
Raphael zong geen nationalistische lofzang, geen strijdlied vol bravoure. Haar nummer, New Day Will Rise, was een ballade over verlies. Over een vriend die ze verloor. Over verdriet dat in muziek werd vertaald, niet in politieke leuzen. Maar voor veel mensen op sociale media deed dat er niet toe. Raphael werd behandeld alsof ze een spreekbuis was van het Israëlische leger.
Wat volgde, was geen debat. Geen inhoudelijke discussie over de songtekst of het optreden. Alleen verdachtmakingen, framing, antisemitisme en ontmenselijking. Soms subtiel, vaker ronduit huiveringwekkend. In dit stuk reconstrueer ik wat er gebeurde op Bluesky, het platform dat zich afficheert als het beschaafde alternatief voor X. Maar tijdens het Songfestival bleek dat fatsoen vooral decor was. Het masker viel.
Afwijzing als badge van morele zuiverheid
Wie Raphael negeerde, meldde dat publiekelijk. Het kijken van het Songfestival werd gepresenteerd als morele medeplichtigheid en dus moest het zappen, het boycotten, het uitschakelen worden beleden. Geen fandom, geen frivoliteit, geen ironie: kijken was verraad.
“Gezapt.”
“Toen Israël kwam, ben ik koffie gaan zetten.”
“Ik heb voor het eerst in m’n leven gezapt. Geen zin om met walging te zitten.”
“Is Israël al geweest? Dan weet ik wanneer ik moet vloeken.”
“Het eerste jaar in m’n leven dat ik bewust niet kijk. Kon het niet opbrengen. Snap ook niks van m’n linkse bubbel die er zo openlijk over post.”
Afkeer wordt hier gepresenteerd als morele daad. Niet ‘ik vond het niks’, maar: ‘ik keek bewust niet, want dat is wat fatsoen eist’. De zangeres is niet meer een artiest, maar een object van afwijzing. Het kijken naar een optreden wordt tot een vorm van medeplichtigheid verheven. Het zappen wordt morele profilering.
Wat hier misgaat, is dat de zangeres niet op haar muziek wordt beoordeeld, maar op haar paspoort. De afwijzing van haar optreden is niet gebaseerd op wat ze zingt, maar op wie ze is. Daarmee wordt identiteit belangrijker dan inhoud. Het morele oordeel is al geveld voor de eerste noot heeft geklonken.
Rouw, tenzij je het verkeerde paspoort hebt
Yuval Raphael werd niet afgerekend op haar muziek, optreden of politieke uitspraken. Ze werd niet bekritiseerd vanwege haar kleding, stem of boodschap. Ze werd uitgekotst omdat ze Israëlisch was en dus per definitie verdacht. Verdriet wordt hier pas geloofwaardig geacht als het het juiste politieke doel dient. Wie aan de ‘verkeerde’ kant rouwt, verliest automatisch het recht op medeleven.
“Ze woont in Israël. Ze is een kolonist. Ze stond te dansen naast een openluchtgevangenis. Waar moet ik precies sympathie krijgen voor haar jankverhaal?”
“Van mij mag ze helemaal terug naar huis worden gefloten.”
“Slachtofferrol uitmelken, iets anders is het niet.”
De kern van deze reacties is helder. Verdriet telt alleen als het in dienst staat van het juiste narratief. Een Israëlische vrouw die rouwt om haar vermoorde vrienden wordt verdacht gemaakt omdat ze zich niet eerst uitspreekt over Gaza. Haar emotie wordt geïnterpreteerd als manipulatie, haar verdriet als propaganda.
Wat hier misgaat, is dat empathie afhankelijk wordt gemaakt van ideologische goedkeuring. Rouw is geen universeel menselijk recht meer, maar een voorrecht dat je moet verdienen. Je paspoort, afkomst en politieke houding bepalen of je verdriet serieus wordt genomen. Daarmee wordt het menselijke aspect van lijden vervangen door een morele toelatingskeuring.
Van framing naar rechtvaardiging van geweld
Een overlevende van een bloedbad die zingt over rouw werd behandeld als agressor. Het is een perverse omkering van slachtofferschap. En het is gevaarlijk. Want het opent de deur naar het rechtvaardigen van geweld tegen burgers; zolang ze tot een collectief behoren dat je haat.
“De Palestijnen hebben het recht zich te verzetten tegen hun onderdrukker. Dat er burgerslachtoffers bij vallen is part of the deal.”
“Dat zij stond te dansen naast een openluchtgevangenis zegt genoeg over wie zij is.”
Wat hier wordt gesuggereerd, is dat het festivaldoelwit terecht was. Dat mensen die daar dansten, zelf de verantwoordelijkheid dragen voor hun dood. En dat overlevenden zoals Raphael geen slachtoffers zijn, maar medeplichtigen. De grens tussen burger en strijder wordt opzettelijk uitgewist. Het individu wordt een doelwit, zolang het uit de ‘verkeerde’ groep komt.
Complotdenken zonder het C-woord
Toen het optreden werd verdedigd, verschoof de kritiek van Raphael zelf naar wie haar zou steunen. Onder de oppervlakte borrelden klassieke antisemitische motieven op: insinuaties van invloed, geld, manipulatie, dubbele loyaliteit.
“Domicela Heijmeriks heeft weer budget van het CIDI zie ik.”
“Artikel mede mogelijk gemaakt door CIDI.”
“Ze vertegenwoordigt niet haar verdriet of het Joodse volk, maar een genocidaal regime.”
“Weinig Joden die niet medeplichtig zijn.”
“Israel probeert altijd aan de touwtjes te trekken, en vaak met succes.”
Het gaat hier niet langer om kritiek op Israëlisch beleid, maar om de morele integriteit van een hele bevolkingsgroep. Wie zich uitspreekt tegen het uitfluiten van Raphael, wordt gezien als ‘betaald’, ‘gebruikt’ of ‘blind’. En als Jood? Dan ben je vermoedelijk medeplichtig aan genocide, tenzij je actief afstand neemt.
Dat Joden wereldwijd verantwoordelijk zouden zijn voor het handelen van een regering is een oud antisemitisch motief. En het wordt hier moeiteloos opnieuw uitgespeeld, met zachte stemmen en mooie praatjes. Geen brute leuzen, maar insinuaties die alles doordrenken.
Het complot van de televote
Nadat Israël de finale bereikte, verschoof de woede op Bluesky naar het stemproces. Het resultaat kon, zo vonden velen, niet op eerlijke wijze tot stand zijn gekomen. De beschuldigingen volgden snel, wederom zonder bewijs, maar met veel stelligheid.
“Hoe is het mogelijk dat dat kut-Israel tweede wordt op dat kut-festival. Welke toondove rukkers stemmen daarop?! Of heeft fuck Israël weer alle ambassades ingezet om de hele wereld te laten televoten?”
“Ze hebben het televote ook gemanipuleerd, 100%.”
“Zou de opmerkelijke grote publieksvoorkeur voor Israël kunnen zijn gemanipuleerd? Ook vorig jaar was dit zeer opmerkelijk.”
“Wie betaalt bepaalt, dus Israël wint.”
“Het kan niet anders of er is gesjoemeld.”
“Ik houd niet van complottheorieën én ik weet dat Israël een *hele* dikke vinger in de pap heeft bij alles wat met software en telecommunicatie te maken heeft.”
Het wantrouwen is structureel en selectief. In andere gevallen wordt het Europese publiek juist bewierookt om haar morele kompas. Maar zodra dat kompas iets aanwijst wat niet in het eigen frame past, moet het fout zijn. Deze vorm van complotdenken lijkt verdacht veel op QAnon-achtige redeneringen: niets is wat het lijkt, tenzij het je vooroordeel bevestigt.
Rouw als politiek privilege
Op Bluesky is rouw voorbehouden aan de juiste slachtoffers. Wie treurt om verkeerde doden, is verdacht. Wie overleeft aan de verkeerde kant van een grens, is medeplichtig. Rouw wordt een onderhandeling, een voorwaardelijk privilege.
“Ik huil pas met haar mee als ze zich uitspreekt tegen de genocide in Gaza.”
“Zodra ze een lied zingt over de Palestijnse slachtoffers ben ik bereid haar pijn serieus te nemen.”
Yuval Raphael werd niet geloofd. Haar verdriet was toneel, haar herinnering propaganda. Haar bestaan werd geframed als aanval. Dat is geen kritisch denken. Dat is ideologische ontmenselijking.
Pesten als protest
Tijdens het optreden van Israël werd er in de zaal boe geroepen. Sommigen vonden dat ongepast, maar op Bluesky werd het toegejuicht. Het boegeroep werd niet als verstoring gezien, maar als morele daad.
“Ze zijn helden, allemaal.”
“Ik was trots op die boe-roepers. Eindelijk iemand die wat dóet.”
Maar het doelwit van dit ‘protest’ is geen generaal, geen propagandist, geen ideoloog.
Het is een jonge vrouw die ternauwernood een massaslachting overleefde. Net als op het schoolplein wordt zwijgen al snel gezien als instemming. Niet reageren is geen neutrale houding, maar voedt de dynamiek van het pesten, ook al is dat niet altijd bewust bedoeld.
Wat hier misgaat, is dat de menselijke context volledig verdwijnt. Wat overblijft, is de vlag op het scherm. Raphael wordt niet meer gezien als individu, als overlevende, als mens. Ze is gedegradeerd tot zondebok. En pesten wordt gelegitimeerd, zolang het moreel goed voelt.
Selectieve empathie als systeemfout
Het gebeurt niet alleen op Bluesky. Maar daar was het zichtbaar, expliciet, onafgeschermd. De morele façade brokkelde af. Wat overbleef was een koude logica: empathie is geen universeel principe, maar een ideologische afweging.
Wat hier misgaat, is de dubbele standaard. Israëlische burgers én Joden wereldwijd worden niet meer los gezien van een misdadige regering. Hun accent, paspoort, of herkomst is al voldoende om te bepalen of hun rouw telt of dat ze medeplichtig zijn. En dat geldt niet alleen voor zangers, dat geldt voor kunstenaars, sporters, studenten, wetenschappers.
De weigering om slachtoffers individueel te benaderen is geen fout, maar een functie van ideologisch denken. In deze logica maakt het niet uit wat je hebt meegemaakt, alleen aan welke kant je stond. Of liever: aan welke kant mensen vinden dat je stond.
Het fatsoen is façade
Bluesky profileerde zich als alternatief voor X. Minder gif, meer inhoud. Maar wat zichtbaar werd, was geen platform van nuance. Het bleek een podium voor moreel fanatisme. Geen schreeuwend rechts deze keer, maar fluisterend ‘fatsoenlijk’.
MeToo gold voor iedereen, tot het een Israëlische vrouw betrof. Juist daar werd haar verhaal niet geloofd, haar trauma verdacht gemaakt en haar menselijkheid ingeruild voor een vlag. Dan mag je verkracht, vermoord, ontvoerd worden. En mocht je de poging daartoe overleven, dan staat er een meute paraat om je alsnog digitaal te lynchen bij een liedjesfestijn.
De vraag is niet of kritiek op Israël mag. De vraag is waarom zoveel mensen hun morele kompas kwijtraken zodra een Israëlisch meisje zingt over verlies.
Alle geciteerde uitspraken zijn afkomstig van Bluesky en worden letterlijk weergegeven. Screenshots zijn beschikbaar voor verificatie.
Geen grote redactie, wél veel werk.
Dit blog is onafhankelijk en advertentievrij.
Waardevol voor jou? Dan is een digitale cappuccino altijd welkom 🩷