Een premier onder corruptieverdenking, een religieuze nationalist die nederzettingen heilig verklaart, en een ex-Kahanist met een badge en een pistool. Benjamin Netanyahu, Bezalel Smotrich en Itamar Ben-Gvir: drie mannen met drie agenda’s, bijeengehouden door macht, belangen en ideologie. Samen vormen zij het hart van de meest radicale regering in Israëls geschiedenis.
Netanyahu, ooit de pragmatische strateeg, probeert zich via juridische hervormingen te onttrekken aan zijn lopende corruptieproces. Smotrich wil van Israël een halachische staat maken; een staat waarin de joodse religieuze wet (de Halacha) leidend is voor wetgeving, rechtspraak en bestuur – zonder Palestijnse soevereiniteit. En Ben-Gvir, een voormalig aanhanger van terreurbeweging Kach, stuurt als minister van Nationale Veiligheid gewapende burgerpatrouilles aan en legitimeert geweld van kolonisten.
Wat hen bindt is niet ideologie, maar wederzijdse afhankelijkheid. Netanyahu heeft hun steun nodig om aan de macht te blijven. Zij gebruiken zijn zwakte om hun eigen agenda door te drukken. De één wil zijn proces stoppen, de ander zijn religieus-nationalistische droomstaat bouwen, de derde zijn strijd tegen Arabieren en tegen ‘linksen’ legaliseren.
Het gevolg? Een rechtelijke macht die onder vuur ligt. Een parlement dat rechters wil muilkorven. Ministers die veiligheid inzetten als alibi voor repressie. En een premier die, volgens Haaretz, zelfs probeert zijn procureur-generaal en de Shin Bet-chef te vervangen door loyalisten – terwijl hij zelf onderwerp is van strafrechtelijk onderzoek én van een explosief corruptieschandaal rond Qatarese betalingen. “De ondermijning van de democratische poortwachters is geen ongeluk”, schreef de krant. “Het is het plan.”
De aanval op de instituties is geen geïsoleerd incident, maar een patroon. In maart 2025 stemde het kabinet voor het ontslag van Shin Bet-chef Ronen Bar, die weigerde zijn functie op te geven zolang zijn opvolging niet transparant werd geregeld. Bar had gewaarschuwd dat Netanyahu het agentschap wilde inzetten voor politieke doeleinden. Tegelijkertijd begon de regering de procedure om procureur-generaal Gali Baharav-Miara te ontslaan – een stap die in Israël niet zomaar mogelijk is, en die veel juridische en politieke weerstand opriep. Beide pogingen raakten het fundament van de scheiding der machten. In reactie op deze dreiging waarschuwden oud-ministers en rechters voor een constitutionele crisis. “De ondervraagde mag de ondervrager niet ontslaan”, stond op protestborden in Tel Aviv.
De retoriek van de machthebbers liegt er ondertussen niet om. Smotrich verklaarde in 2021 in de Knesset tegen Arabische parlementariërs: “Jullie zijn hier per vergissing – omdat Ben-Gurion het werk in 1948 niet heeft afgemaakt.” Over het Palestijnse dorp Huwara, dat na een door Israëlische media als ‘pogrom’ bestempelde kolonistenaanval deels in brand stond, zei hij: “Het moet van de kaart geveegd worden.” Ben-Gvir stelde op zijn beurt: “Mijn recht om me te verplaatsen is belangrijker dan dat van een Arabier.” Zulke uitspraken zouden elders politieke carrières breken. In Israël zijn ze regeringsbeleid geworden.
De spanningen zijn voelbaar in het hele land. Iedere week protesteren tienduizenden Israëli’s. In Tel Aviv, Haifa, Jeruzalem – met vlaggen, leuzen en spandoeken. Reservisten weigeren nog op te komen. Artsen, rechters en ondernemers slaan alarm. En zelfs binnen de regering klinkt verdeeldheid, nu de woede groeit over de vrijstelling van ultraorthodoxe studenten van militaire dienst tijdens een allesverzengende oorlog. “Ze zijn op het hoogtepunt van hun macht,” zegt journalist Yair Ettinger, “maar dragen geen enkele last.”
De achterliggende onvrede is structureel. In Israël geldt een algemene dienstplicht voor joodse burgers, maar ultraorthodoxe yeshiva studenten werden jarenlang vrijgesteld. In juni 2024 oordeelde het Hooggerechtshof dat deze vrijstelling zonder wettelijke basis onwettig is. De regering werd gedwongen op te treden en begon in de tweede helft van 2024 met het versturen van duizenden oproepingsbevelen aan Haredi-jongeren. De respons bleef minimaal: minder dan tien procent meldde zich.
Binnen de Haredi-gemeenschap leidde dit tot felle protesten, waaronder het bestormen van een militaire basis. Ondertussen waarschuwde het ministerie van Financiën dat het in stand houden van deze uitzondering ook economische risico’s met zich meebrengt: lagere arbeidsparticipatie, een toenemende afhankelijkheid van overheidssubsidies en een hogere belastingdruk voor de rest van de bevolking. De spanningen raken niet alleen de sociale cohesie, maar ook de seculiere achterban van Netanyahu, die zich verraden voelt.
Ja, deze regering is democratisch verkozen. Maar democratie is meer dan verkiezingen. Ook verkozen leiders kunnen instellingen afbreken en rechten ondermijnen. Juist als ze het systeem van binnenuit beheersen. De geschiedenis leert: wie macht concentreert en tegenmacht uitschakelt, opent de deur naar autocratie. Het zijn geen grote woorden. Het gebeurt in realtime.
Ook in de Israëlische media klinken luide tegengeluiden. Van Haaretz tot +972 Magazine, van opiniestukken in The Times of Israel tot scherpe columns van oud-generaals en juristen: het publieke debat is fel. Veel Israëli’s trekken elke week de straat op, anderen grijpen naar de pen of de camera. Wat deze stemmen delen, is een groeiende bezorgdheid over de richting van hun land en een vastberadenheid om die te keren. Die kritische geluiden verzamel ik in een openbaar draadje op Bluesky, als tegenwicht voor het beeld dat Israël als geheel dit beleid steunt.
Israël staat op een kruispunt. Dit is geen verre realiteit. Dit is nu. En het gevaar is niet alleen wat deze leiders doen, maar ook wat de rest van de wereld blijft toelaten, uit gemak, cynisme of geopolitieke berekening.
Dit artikel is ook gepubliceerd op Reporters Online
Geen grote redactie, wél veel werk.
Dit blog is onafhankelijk en advertentievrij.
Waardevol voor jou? Dan is een digitale cappuccino altijd welkom 🩷