green leafed plants on gray concrete building
Midden-Oosten

Een extremist als minister

Tot voor kort was Itamar Ben-Gvir vooral bekend van televisie: schreeuwend bij protesten, zwaaiend met vlaggen, opgezweept door een Kahanistische ideologie die zelfs in Israël als te extreem gold. Een man met een portret van massamoordenaar Baruch Goldstein in zijn woonkamer. Niet iemand die je minister van Nationale Veiligheid zou maken, zou je denken. Maar in 2022 gebeurde het ondenkbare: Ben-Gvir kreeg de sleutels van het ministerie dat verantwoordelijk is voor de politie, de grensbewaking en de veiligheid van burgers in Israël – het toppunt van ironie, want zijn politieke carrière draait juist om het aanwakkeren van onrust in plaats van het beteugelen ervan.

Ideologie: Kahanisme met een net pak

Ben-Gvir is geen opportunist. Hij is een ideoloog, geworteld in het gedachtegoed van Meir Kahane, de rabbi die opriep tot deportatie van Arabieren. Zijn partij Kach werd in de jaren ’90 verboden als terroristisch. Volgens The Guardian is Ben-Gvir diens succesvolste erfgenaam.

Ook Haaretz waarschuwde al in 2022: Ben-Gvir is mogelijk gevaarlijker dan Kahane ooit was. Wat begon als een marginaal partijtje groeide razendsnel uit tot een politieke spil in Netanyahus machtsstrategie. Otzma Yehudit werd een factor van belang. En Ben-Gvir, ooit een randfiguur, werd het middelpunt van het nationale debat.

Zijn verleden laat weinig aan de verbeelding over. Als tiener stal hij het embleem van Rabins auto, met de woorden: “We got his car. We’ll get him too.” Enkele weken later werd Rabin vermoord. Hij werd uitgesloten van militaire dienst – op aanraden van de binnenlandse veiligheidsdienst. In zijn woonkamer hing jarenlang het portret van Goldstein, die in 1994 moslims doodschoot in een moskee in Hebron; 29 in totaal. Toen hem daarover vragen werden gesteld, antwoordde hij: “Goldstein was een held.”

Beleid in de praktijk: geweld als strategie

Zijn benoeming was geen symbolisch gebaar, maar een structurele koerswijziging. Als minister politiseerde hij het hele veiligheidsapparaat, in het voordeel van zijn achterban.

Sinds zijn aantreden is het geweld op de Westelijke Jordaanoever geëscaleerd. In de nasleep van 7 oktober riep hij op om duizenden aanvalswapens uit te delen aan kolonisten. De maand die volgde werd de dodelijkste ooit voor Palestijnen in de Westelijke Jordaanoever sinds VN-metingen begonnen. Als kolonist en voormalig advocaat van settler-geweld, normaliseerde hij geweld en beloonde het.

Zijn wapenbeleid ging verder. Onder zijn invloed werden strikte wapenwetten versoepeld, trainingen ingekort en de regels voor politieoptreden verruimd. In 2023 prees hij een kolonist die een Palestijnse tiener doodschoot. Zijn slogan werd: “Israël bewapent zich!” Geen veiligheidsmaatregel, maar politiek signaal.

Ook buiten Israëlisch grondgebied liet hij van zich horen. Tijdens de oorlog in Gaza blokkeerde Ben-Gvir meerdere gijzelaarsdeals. Hij noemde elke concessie “overgave aan Hamas”. Volgens The Times of Israel en The Jewish Chroniclehield hij persoonlijk vrijlatingspogingen tegen en gebruikte hij het lot van gijzelaars als politiek wisselgeld. Geen empathie. Geen urgentie. Alleen macht.

Ook binnenlands schoof hij de grenzen op. In maart 2023 viel hij de politie van Jeruzalem aan omdat die weigerde geweld te gebruiken tegen anti-regeringsdemonstranten. Hij beschuldigde hen ervan de controle over de stad te verliezen aan “anarchisten”. De nationale politiecommissaris distantieerde zich publiekelijk. Ondertussen riep Ben-Gvir op tot het ontslaan van rechters die volgens hem “te links” waren, en bestempelde hij mensenrechtenorganisaties als staatsvijanden.

Dit is geen uitglijder. Het is een strategie. Wie zich verzet tegen zijn lijn, wordt opzij gezet, belasterd of bedreigd.

Wat zegt dit over Israël?

De opmars van Ben-Gvir markeert een diep institutioneel verval. Waar hij ooit werd gezien als gevaarlijke randfiguur, is hij nu minister met macht over leven en dood. Zijn invloed reikt van de straat tot de rechtszaal. Van veiligheidsdiensten tot regeringsbeleid. Haat werd houvast. Extremisme werd richting.

Dat hij deze macht kreeg zonder wezenlijk protest uit het politieke midden, zegt alles. Over de radicalisering aan de flanken, maar ook over het zwijgen van de mensen die beter weten. Het pure kwaad klimt niet vanzelf naar boven. Daar is altijd een trap voor nodig.

Afrekening: de normalisering van extremisme

Ben-Gvir ís die trap. Hij is de manifestatie van een bredere verschuiving waarin haat en repressie verpakt worden als veiligheid. Waarin instituties niet beschermen, maar gehoorzamen.

Hij is geen uitzondering. Hij is symptoom. Hij kon deze positie bereiken omdat anderen hem lieten komen. Omdat Netanyahu hem nodig had. Omdat veiligheidsdiensten hem niet langer tegenhielden. Omdat burgers liever ‘orde’ zien dan rechtvaardigheid.

Ben-Gvir is niet langer het randje van de politiek. Hij is de macht. En zolang Israël hem duldt, of erger: volgt, is het land geen baken van democratie, maar een waarschuwend voorbeeld. Een rechtsstaat in z’n achteruit.

Volgende deel: Bezalel Smotrich – de ideoloog die infrastructuur ziet als etnisch wapen.


Geen grote redactie, wél veel werk.

Dit blog is onafhankelijk en advertentievrij.
Waardevol voor jou? Dan is een digitale cappuccino altijd welkom 🩷

Midden-Oosten

De as van het kwaad

Een premier onder corruptieverdenking, een religieuze nationalist die nederzettingen heilig verklaart, en een ex-Kahanist met een badge en een pistool. Benjamin Netanyahu, Bezalel Smotrich en Itamar Ben-Gvir: drie mannen met drie agenda’s, bijeengehouden door macht, belangen en ideologie. Samen vormen zij het hart van de meest radicale regering in Israëls geschiedenis.

Netanyahu, ooit de pragmatische strateeg, probeert zich via juridische hervormingen te onttrekken aan zijn lopende corruptieproces. Smotrich wil van Israël een halachische staat maken; een staat waarin de joodse religieuze wet (de Halacha) leidend is voor wetgeving, rechtspraak en bestuur – zonder Palestijnse soevereiniteit. En Ben-Gvir, een voormalig aanhanger van terreurbeweging Kach, stuurt als minister van Nationale Veiligheid gewapende burgerpatrouilles aan en legitimeert geweld van kolonisten.

Wat hen bindt is niet ideologie, maar wederzijdse afhankelijkheid. Netanyahu heeft hun steun nodig om aan de macht te blijven. Zij gebruiken zijn zwakte om hun eigen agenda door te drukken. De één wil zijn proces stoppen, de ander zijn religieus-nationalistische droomstaat bouwen, de derde zijn strijd tegen Arabieren en tegen ‘linksen’ legaliseren.

Het gevolg? Een rechtelijke macht die onder vuur ligt. Een parlement dat rechters wil muilkorven. Ministers die veiligheid inzetten als alibi voor repressie. En een premier die, volgens Haaretz, zelfs probeert zijn procureur-generaal en de Shin Bet-chef te vervangen door loyalisten – terwijl hij zelf onderwerp is van strafrechtelijk onderzoek én van een explosief corruptieschandaal rond Qatarese betalingen. “De ondermijning van de democratische poortwachters is geen ongeluk”, schreef de krant. “Het is het plan.”

De aanval op de instituties is geen geïsoleerd incident, maar een patroon. In maart 2025 stemde het kabinet voor het ontslag van Shin Bet-chef Ronen Bar, die weigerde zijn functie op te geven zolang zijn opvolging niet transparant werd geregeld. Bar had gewaarschuwd dat Netanyahu het agentschap wilde inzetten voor politieke doeleinden. Tegelijkertijd begon de regering de procedure om procureur-generaal Gali Baharav-Miara te ontslaan – een stap die in Israël niet zomaar mogelijk is, en die veel juridische en politieke weerstand opriep. Beide pogingen raakten het fundament van de scheiding der machten. In reactie op deze dreiging waarschuwden oud-ministers en rechters voor een constitutionele crisis. “De ondervraagde mag de ondervrager niet ontslaan”, stond op protestborden in Tel Aviv.

De retoriek van de machthebbers liegt er ondertussen niet om. Smotrich verklaarde in 2021 in de Knesset tegen Arabische parlementariërs: “Jullie zijn hier per vergissing – omdat Ben-Gurion het werk in 1948 niet heeft afgemaakt.” Over het Palestijnse dorp Huwara, dat na een door Israëlische media als ‘pogrom’ bestempelde kolonistenaanval deels in brand stond, zei hij: “Het moet van de kaart geveegd worden.” Ben-Gvir stelde op zijn beurt: “Mijn recht om me te verplaatsen is belangrijker dan dat van een Arabier.” Zulke uitspraken zouden elders politieke carrières breken. In Israël zijn ze regeringsbeleid geworden.

De spanningen zijn voelbaar in het hele land. Iedere week protesteren tienduizenden Israëli’s. In Tel Aviv, Haifa, Jeruzalem – met vlaggen, leuzen en spandoeken. Reservisten weigeren nog op te komen. Artsen, rechters en ondernemers slaan alarm. En zelfs binnen de regering klinkt verdeeldheid, nu de woede groeit over de vrijstelling van ultraorthodoxe studenten van militaire dienst tijdens een allesverzengende oorlog. “Ze zijn op het hoogtepunt van hun macht,” zegt journalist Yair Ettinger, “maar dragen geen enkele last.”

De achterliggende onvrede is structureel. In Israël geldt een algemene dienstplicht voor joodse burgers, maar ultraorthodoxe yeshiva studenten werden jarenlang vrijgesteld. In juni 2024 oordeelde het Hooggerechtshof dat deze vrijstelling zonder wettelijke basis onwettig is. De regering werd gedwongen op te treden en begon in de tweede helft van 2024 met het versturen van duizenden oproepingsbevelen aan Haredi-jongeren. De respons bleef minimaal: minder dan tien procent meldde zich.

Binnen de Haredi-gemeenschap leidde dit tot felle protesten, waaronder het bestormen van een militaire basis. Ondertussen waarschuwde het ministerie van Financiën dat het in stand houden van deze uitzondering ook economische risico’s met zich meebrengt: lagere arbeidsparticipatie, een toenemende afhankelijkheid van overheidssubsidies en een hogere belastingdruk voor de rest van de bevolking. De spanningen raken niet alleen de sociale cohesie, maar ook de seculiere achterban van Netanyahu, die zich verraden voelt.

Ja, deze regering is democratisch verkozen. Maar democratie is meer dan verkiezingen. Ook verkozen leiders kunnen instellingen afbreken en rechten ondermijnen. Juist als ze het systeem van binnenuit beheersen. De geschiedenis leert: wie macht concentreert en tegenmacht uitschakelt, opent de deur naar autocratie. Het zijn geen grote woorden. Het gebeurt in realtime.

Ook in de Israëlische media klinken luide tegengeluiden. Van Haaretz tot +972 Magazine, van opiniestukken in The Times of Israel tot scherpe columns van oud-generaals en juristen: het publieke debat is fel. Veel Israëli’s trekken elke week de straat op, anderen grijpen naar de pen of de camera. Wat deze stemmen delen, is een groeiende bezorgdheid over de richting van hun land en een vastberadenheid om die te keren. Die kritische geluiden verzamel ik in een openbaar draadje op Bluesky, als tegenwicht voor het beeld dat Israël als geheel dit beleid steunt.

Israël staat op een kruispunt. Dit is geen verre realiteit. Dit is nu. En het gevaar is niet alleen wat deze leiders doen, maar ook wat de rest van de wereld blijft toelaten, uit gemak, cynisme of geopolitieke berekening.

Dit artikel is ook gepubliceerd op Reporters Online


Geen grote redactie, wél veel werk.

Dit blog is onafhankelijk en advertentievrij.
Waardevol voor jou? Dan is een digitale cappuccino altijd welkom 🩷