In Libië worden vluchtelingen opgesloten, verkocht en misbruikt. Voor veel vrouwen eindigt de hoop op Europa in een nachtmerrie van geweld, verkrachting en verdwijning in de woestijn.
Na de val van Khadaffi in 2011 raakte Libië in complete chaos. Het land had geen echte regering meer, en gewapende groepen kregen vrij spel. In die chaos ontstonden smokkelroutes en mensenhandel. Vooral vluchtelingen die via Libië naar Europa wilden, kwamen in gevaar. Vrouwen werden dubbel slachtoffer: eerst als vluchteling, daarna als koopwaar.
SLAVENMARKTEN
In 2017 lieten CNN en andere media schokkende beelden zien van slavenmarkten bij Tripoli. Daar werden migranten bij opbod verkocht. Niet in het geheim, maar gewoon in het openbaar. En na de eerste ophef keek de wereld weer weg. Mannen werden vaak ingezet voor dwangarbeid op boerderijen of in de bouw. Vrouwen golden als “meer waard” omdat ze gebruikt konden worden voor seks.
Volgens getuigen vonden deze veilingen plaats in garages, loodsen of op binnenplaatsen van huizen. De prijzen voor vrouwen lagen tussen de 400 en 1000 dollar, afhankelijk van hun leeftijd, gezondheid of uiterlijk. Wie hen kocht, mocht ermee doen wat hij wilde. Veel vrouwen kwamen terecht in zogenoemde connection houses, dat zijn huizen die worden beheerd door smokkelaars. Daar werden ze verkracht, gedwongen tot prostitutie of opnieuw doorverkocht.
“Ik heb een nachtmerrie verlaten om in de hel te komen,” vertelde Aisha in 2021. Ze was haar land ontvlucht na vijf miskramen. Voor haar schoonfamilie en de buurt was ze ‘een heks’. Het advies dat vrouwen krijgen voordat ze vertrekken? Neem een anticonceptieprik die drie maanden werkt. En als je het kunt betalen: kies de ‘duurdere’ smokkeloptie, met anticonceptie inbegrepen.
Een Nigeriaanse vrouw die wist te ontsnappen, vertelde later dat vluchtelingen als handelswaar werden behandeld: “Soms kwamen mannen gewoon binnen om iemand uit te kiezen. Als je weigerde, kreeg je klappen of dagenlang geen eten.”
Ook in 2025 blijft de situatie grimmig. Vrouwen worden nog steeds onderschept, opgesloten en verhandeld. De markten zijn minder zichtbaar geworden, maar niet verdwenen. Ze zijn verhuisd naar afgelegen plekken en opereren via gesloten netwerken. Het zijn geen openlijke veilingen meer, maar de uitbuiting gaat door. Achter gesloten deuren worden vrouwen nog steeds verkocht en misbruikt.
Die markten zijn er niet alleen in grote steden. Ook in het zuiden van Libië, waar veel vluchtelingen het land binnenkomen, zijn handelaren actief. Ze maken afspraken met smokkelaars in buurlanden en regelen vervoer, opvang en verkoop. Vrouwen die onderweg al verkracht of mishandeld zijn, worden zo opnieuw slachtoffer. Zonder bescherming, zonder rechten.
Mensenrechtenorganisaties blijven rapporten schrijven. Maar die verdwijnen vaak in een la. Ver weg van de vrouwen die ze beschrijven. En zonder gevolgen voor de daders.
GEVANGEN NA REDDING
Wie de zee op gaat in een gammele boot, wordt vaak onderschept door de Libische kustwacht. In plaats van hulp krijgen vluchtelingen een ticket terug naar de gevangenis. In die detentiecentra worden mensen geslagen, gemarteld, verkracht en soms zelfs vermoord. Volgens de Verenigde Naties gaat het niet om losse incidenten, maar om systematisch geweld. Vrouwen worden verkracht en raken zwanger. Kinderen lijden honger of verdwijnen spoorloos.
Toch blijven Europese landen samenwerken met de Libische autoriteiten. Sinds 2017 heeft de EU honderden miljoenen euro’s gegeven aan de Libische kustwacht: voor trainingen, boten, materiaal en zelfs luchtsteun. Daarmee worden migrantenboten op zee onderschept en teruggestuurd. Wat als redding wordt gepresenteerd, is in werkelijkheid het begin van een nieuwe hel.
In het beruchte Triq al-Sikka detentiecentrum in Tripoli moesten vrouwen schoonmaken voor de bewakers, en sommigen raakten zwanger na herhaalde verkrachting. Zelfs kinderen zijn niet veilig: ze worden opgesloten, ondervoed, ziek en in sommige gevallen misbruikt of zelfs doorverkocht, bijvoorbeeld via illegale adoptienetwerken.
GEDUMPT IN DE WOESTIJN
Niet alle vluchtelingen overleven de Libische “reis naar vrijheid”. Voor velen, vooral vrouwen en kinderen, eindigt de tocht in de hitte van de woestijn. Smokkelaars en milities behandelen migranten als wegwerpartikelen: “Sommigen die niet kunnen betalen, worden gedood of achtergelaten om van de honger te sterven,” zei de Internationale Organisatie voor Migratie.
Vrouwen die niet meer ‘bruikbaar’ zijn, door ziekte, uitputting of zwangerschap, lopen het risico simpelweg achtergelaten te worden, zonder water of voedsel in de woestijn. Een Libische mensenhandelaar gaf zelfs toe dat de woestijn vol ligt met lichamen van mensen die zijn gestorven van dorst. “De woestijn is bezaaid met ongeïdentificeerde lichamen,” zei hij.
In de zuidelijke stad Sabha, een belangrijk knooppunt op de migratieroute, raakt het mortuarium regelmatig vol met dode lichamen. Smokkelaars dumpen ze bij het ziekenhuis. “De doden worden nooit geïdentificeerd en vaak zonder naam begraven,” aldus een arts. Deze vrouwen en mannen verdwijnen in het zand, anoniem, ongezien, vergeten.
Ook aan de grenzen gebeurt hetzelfde. Migranten die proberen Libië te ontvluchten, of worden uitgezet uit buurlanden, lopen hetzelfde risico. Grenswachters hebben uitgeputte groepen aangetroffen, soms met zwangere vrouwen en kinderen, midden in de woestijn, zonder water, zonder hulp.
Sommigen zijn gered, maar anderen vonden een stille dood in de verlaten grensstreek. Deze verhalen laten zien hoe vluchtelingen worden behandeld als wegwerpmensen. Wie geen nut meer heeft voor smokkelaars of machthebbers, wordt zonder pardon achtergelaten om te sterven.
GEEN CIJFERS, GEEN BESCHERMING
Niemand weet precies hoeveel vrouwen er vastzitten, verkracht worden of verdwijnen. De Libische autoriteiten registreren hen niet. Hulporganisaties hebben nauwelijks toegang tot de gevangenissen.
Er is geen asielprocedure in Libië. Het land kent zelfs geen echte centrale overheid: in 2025 zijn er nog steeds drie rivaliserende regeringen die elkaar bestrijden. Daardoor is er geen gezag dat verantwoordelijk is voor bescherming van vluchtelingen. Elke regio wordt gecontroleerd door een andere groep, vaak met eigen belangen.
Migranten zijn overgeleverd aan milities en gewapende bendes. De overheid ziet migranten als ‘illegaal’. Er is geen bescherming, geen recht, geen hoop. Milities hebben de macht, en ze gebruiken die om te verkrachten, uit te buiten en te doden. Niemand houdt hen tegen. Misdadigers in uniform of in bendeverband hoeven zelden verantwoording af te leggen voor verkrachtingen, folteringen of moorden op migranten.
Artsen zonder Grenzen, dat jarenlang noodhulp bood in migrantenkampen, werd in 2022 zelfs door Libische autoriteiten het land uitgezet omdat het “migratie zou aanmoedigen”. Het resultaat is een humanitair zwart gat: zonder getuigen, zonder registratie en zonder cijfers blijft het leed van deze mensen onzichtbaar en ontkend.
DE ROL VAN EUROPA
De crisis in Libië wordt mede mogelijk gemaakt door internationale hypocrisie. Westerse landen zeggen mensenrechten belangrijk te vinden, maar nemen ondertussen maatregelen die slavernij en misbruik juist in stand houden.
Wat doet Europa intussen? Het werkt al jaren samen met Libië om migranten tegen te houden. Landen als Italië en organisaties als Frontex geven geld, boten en zelfs drones aan de Libische kustwacht. Ze weten dat vluchtelingen na onderschepping in vreselijke omstandigheden terechtkomen. Maar ze kijken weg.
Met andere woorden: Europese middelen, bedoeld om migratie te beheersen, houden een systeem in stand waarin mensen worden opgesloten, verhandeld en verkracht. Voor de politieke bühne klinkt het als daadkracht. Voor vluchtelingen is het een ramp.
Officieel zegt de EU mensenrechten te verdedigen. In de praktijk besteedt ze grensbewaking uit aan milities die mensenhandel mogelijk maken. Een EU-rapporteur verwoordde het scherp: Europa heeft de foltering uitbesteed.
En het gaat niet alleen om overheden. Ook Europese bedrijven verdienen eraan: ze bouwen gevangenissen, sluiten oliecontracten met strijdende partijen, en leveren materiaal aan instanties die migranten mishandelen.
Er is veel verontwaardiging over sommige crisissen, maar over Libië blijft het opvallend stil. Geen demonstraties, geen vlaggen, geen ingezonden brieven. Geen professor die een petitie start, geen opiniemaker die het opneemt voor deze vrouwen. De lijken in de woestijn raken ons niet. Ze passen niet in het politieke verhaal. En dus zwijgen we.
Dat zwijgen is geen onschuld. Het is onderdeel van het systeem. En het is alles wat deze vrouwen rest: stilte. Dodelijke stilte.
Wat als deze vrouwen onze dochters waren?
We weten het. En we doen het tóch.
Geen grote redactie, wél veel werk.
Dit blog is onafhankelijk en advertentievrij.
Waardevol voor jou? Dan is een digitale cappuccino altijd welkom 🩷