Onderwijs

Klant is koning?

Waarom het onderwijs geen service is, docenten geen winkelpersoneel, en leerlingen niet altijd gelijk hebben

De klant is koning. En dus wordt de docent die zegt dat de maanlanding echt heeft plaatsgevonden vriendelijk doch dringend verzocht zijn toon aan te passen. Of hij geen andere bronnen kan gebruiken. Neutraal blijven, weet je wel. De ouder in kwestie is immers kritisch, en kritisch denken moet je aanmoedigen. Zeker als die ouder op sociale media 12.000 volgers heeft, een Facebookgroep runt over “onderwijsvrijheid” en dreigt met de media. Of met een advocaat. Of met het weghalen van het kind.

Welkom in het onderwijs anno nu, waar het gezag in het klaslokaal niet langer bij de docent ligt, maar bij de meest veeleisende ouder. Waar schoolleiders liever bakzeil halen dan reputatieschade riskeren. En waar leerlingen steeds vaker worden behandeld als klanten. Tevreden klanten, zo hoopt men, want tevreden klanten verlaten de school niet. En ontevreden klanten – of hun ouders – schrijven vernietigende recensies op Google.

Wat ooit een pedagogische relatie was, is verworden tot een transactie. Onderwijs als service. Het leslokaal als helpdesk. De docent als medewerker Klantenservice, met als taak: iedereen tevreden houden. Niet botsen, niet schuren, vooral geen klachten.

Die mentaliteit heeft zich geruisloos een weg gebaand in het onderwijs. In Nederland, maar ook daarbuiten. De oorzaak? De doorgeslagen logica van marktwerking. Onderwijsinstellingen concurreren met elkaar om leerlingen.

Onder die concurrentiedruk wringen scholen zich in de meest onmogelijke bochten om leerlingen te werven. Van infantiele filmpjes op Instagram tot gelikte promotiepraatjes op open dagen — alles om maar aantrekkelijk te lijken. De school wordt gepoetst, de beste leerlingen naar voren geschoven en lastige vragen zoveel mogelijk ontweken. Het gevolg? Een zorgvuldig geconstrueerd ideaalbeeld dat weinig met de dagelijkse werkelijkheid te maken heeft. En dus is de kans op teleurstelling groot zodra het echte leven begint: toetsen, regels, conflicten en imperfectie.

Ouders mogen kiezen waar hun kind naartoe gaat. En dus is oudertevredenheid belangrijker geworden dan pedagogische consistentie. Leerlingen zijn geen burgers-in-opleiding meer, maar klanten die recht hebben op inspraak, maatwerk, comfort en vooral: bevestiging.

Wat hier speelt, raakt aan meer dan alleen het onderwijs. Het is een symptoom van een bredere ontwikkeling, namelijk het afbrokkelen van vertrouwen in experts en de opmars van consumentendenken in publieke sectoren zoals zorg, onderwijs en journalistiek.

Die klantgerichtheid heeft een prijs. De professionele autonomie van docenten kalft af. Wie gevoelige onderwerpen bespreekt, loopt het risico op klachten. Wie kritisch materiaal inzet, moet op zijn tellen passen. En wie feiten onderwijst die botsen met de complotbubbel van thuis, kan op het matje worden geroepen. Denk aan thema’s als de Holocaust, kolonialisme, de klimaatcrisis of de coronapandemie. Steeds vaker moeten docenten laveren tussen waarheid en wensdenken.

En Nederland is geen uitzondering. In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld worden scholen afgerekend op oudertevredenheidsscores en examencijfers. Leraren staan onder druk om het curriculum ‘neutraal’ te houden – zelfs als dat betekent dat racisme of ongelijkheid niet benoemd mag worden. In de Verenigde Staten is de situatie nog schrijnender: boeken worden massaal geweerd uit schoolbibliotheken op aandringen van ouders die zich gekrenkt voelen. Lesgeven over slavernij of genderdiversiteit is voor veel docenten een juridisch risico geworden. En in Frankrijk, sinds de moord op Samuel Paty, staan onderwerpen als secularisme en vrijheid van meningsuiting onder hoogspanning.

De patronen zijn overal hetzelfde: wantrouwen richting experts. Ouders die zichzelf als hoeders van de waarheid zien. Schoolleiders die liever sussen dan stelling nemen. Te veel schoolleiders laten zich leiden door marketing en reputatiemanagement in plaats van pedagogische visie. In plaats van hun team te steunen, kiezen ze voor ruisloos beleid en het pad van de minste weerstand. En docenten die moeten kiezen tussen veiligheid en integriteit.

Wat hier op het spel staat, is groter dan een conflict tussen ouder en school. Het gaat om de kern van wat onderwijs hoort te zijn: een plek waar leerlingen leren denken, niet alleen voelen. Waar ze geconfronteerd worden met andere perspectieven, niet alleen bevestigd in hun eigen gelijk. Goed onderwijs schuurt. Het daagt uit. Het breekt je los van je bubbel.

Maar dat vraagt om docenten die de ruimte krijgen om vakinhoudelijk en pedagogisch te handelen. Niet als dienstverleners, maar als professionals. Niet als mikpunt van boze mails, maar als experts in leren, denken en duiden.

Onderwijs is geen product.
En de waarheid is geen mening.
Wie scholen tot klantgerichte organisaties maakt, ondermijnt precies datgene wat leren waardevol maakt: ruimte voor confrontatie, twijfel en groei.

Dit stuk is eerder verschenen op Joop! van BNNVARA op 15 april 2025.


Geen grote redactie, wél veel werk.

Dit blog is onafhankelijk en advertentievrij.
Waardevol voor jou? Dan is een digitale cappuccino altijd welkom 🩷

Verdieping

Klankschalen en coaches

De klankschaalcoach en het placeboverdienmodel

In een wereld waarin burn-outs, stress en vage klachten steeds vaker voorkomen, zoeken mensen massaal naar rust, houvast en heling. En waar behoefte ontstaat, springt er altijd wel een oplichter in het gat. Zelfverklaarde coaches met een vage onlinecursus op zak beginnen hun holistische praktijk – compleet met klankschalen, dure coachtrajecten en een zingevinganalyse, verspreid over talloze sessies. Het is kassa, over de rug van goedgelovige of wanhopige mensen.

Websites lezen vaak als een spirituele reisgids voor de ziel: “Voel de klanktrillingen door je heen gaan”, “laat de pijn er zijn”, “het kan iets losmaken, wat losgelaten mag worden.” Maar achter de zachte stemmen en rustgevende klanken schuilt een nietsontziend verdienmodel dat speelt met onzekerheid en een totaal gebrek aan regulering. En dat verdient serieuze aandacht.

De taal van schijnzekerheid

Het begint met taal. Holistische coaches gebruiken woorden die vertrouwen wekken: intakegesprekken, trajecten, hulpvragen. Termen die doen denken aan de ggz. Maar in werkelijkheid is er geen diagnose, geen wetenschappelijke basis, geen kwaliteitscontrole.
Wat overblijft zijn vage termen als “inzichten”, “reizen naar binnen” en “je lichaam weet het antwoord al”.

Dat is geen therapie. Dat is poëtische suggestie vermomd als zorg. Wetenschappers noemen dit “therapeutic language without content”, taal die vooral de illusie van deskundigheid wekt 

Een holistische huls

‘Holistisch’ klinkt compleet en verantwoord. In werkelijkheid betekent het vaak: alles mag, niets hoeft bewezen te zijn. Leefstijlanalyses zijn gebaseerd op ingevulde formulieren en losse gesprekken, niet op erkende meetinstrumenten. Alles komt langs: stress, voeding, zingeving, slaap. Wat niet werkt, ligt aan de cliënt. Wat wél werkt, is niet te controleren. En ondertussen blijft de kassa rinkelen, want een traject zonder eindpunt is altijd lucratief.

De klankschaal als placebo

Een van de paradepaardjes is de klankschaal. Die zou het lichaam ‘in balans’ brengen via trillingen. In werkelijkheid produceert het gewoon een aangenaam geluid. Rustgevend? Zeker. Genezend? Nee. Tenzij je letterlijk ín de schaal ligt of het volume loeihard staat, gaan er geen trillingen door je heen. Het idee dat ze ‘je chakra’s openen’ is pure fictie. Het klinkt mooi, en dat is precies de bedoeling. Geen disclaimers, geen nuance. Wel facturatie.

Dat muziek wél een therapeutisch effect kan hebben, staat buiten kijf, mits uitgevoerd door een bevoegde therapeut, binnen een erkend behandeltraject. Klankschalen verkopen dat effect in een spirituele verpakking, zonder inhoud, zonder bewijs.

Het verschil tussen therapie en theater zit ’m niet in de klank, maar in de context.

Pijn als poort naar zelfkennis?

Gevaarlijker wordt het wanneer fysieke pijn wordt gereduceerd tot een ‘boodschap’ van het lichaam. Je zou de pijn moeten voelen, toelaten, om te helen. “De pijn mag er zijn.” Of, nog een stapje verder, een burn-out “het mooiste cadeau” van je eigen lichaam vinden. Dat klinkt mooi, maar is medisch én ethisch problematisch.

Chronische pijn heeft vaak fysieke of psychische oorzaken die serieus onderzocht moeten worden. In plaats daarvan krijgen mensen nu subtiel te horen: Als je niet beter wordt, heb je kennelijk niet goed genoeg gevoeld. Dat is niet helend. Dat is morele manipulatie vermomd als therapie. Woorden doen ertoe. Zeker bij kwetsbare mensen.

Van klankschaal tot complottheorie: een giftige cocktail

De spirituele zachtheid van lifestyletherapeuten gaat opvallend vaak samen met keihard complotdenken. Scrol door hun websites of sociale media en je stuit op teksten over de maanlanding als hoax, corona als overheidscomplot, Rutte die voor een tribunaal moet verschijnen. En dat is nog maar het topje van de ijsberg.

Dit is geen toeval. Onderzoek toont aan dat wie gelooft in alternatieve geneeskunde, vaker ook vatbaar is voor complotdenken. Intuïtie wordt belangrijker dan bewijs, autoriteit verdacht, de waarheid moet ‘dieper’ liggen. Psycholoog Jan-Willem van Prooijen verwoordt het treffend:

“Complotdenken en magisch denken delen dezelfde cognitieve wortels: ze geven betekenis aan een onvoorspelbare wereld, zelfs als dat ten koste gaat van de waarheid.”

Tijdens de coronapandemie werd dit pijnlijk zichtbaar: alternatieve coaches, yogadocenten en energetisch therapeuten waren vaak prominente verspreiders van anti-vaccinatiepropaganda en pseudowetenschap. De holistische wereld werd deels een ideologisch systeem waarin feiten optioneel zijn en ‘voelen is weten’ het hoogste goed. Waar de hele wereld het mis heeft, behalve de zelfbenoemde experts met hun klankschaal.

Geen regels, geen grenzen

En het wrange is: dit mag allemaal. In Nederland mag iedereen zich coach, soundhealer of windgongtherapeut noemen. Geen diploma vereist, geen toezicht, geen beroepscode. Terwijl psychologen aan strikte richtlijnen zijn gebonden, kan een holistisch coach ‘trillingsfrequenties meten’ of doorverwijzing naar echte hulp nalaten, onder het mom van intuïtie en een lichaam of geest die zichzelf kan genezen, mits het de juiste weg volgt.

En ja, je mag voor je sessies vragen wat je wilt. Zolang je cliënt het betaalt, het liefst wekelijks en eindeloos. Want hoe vager de methode, hoe langer het traject. En dat loont.

Waarom dit ertoe doet?

Dit is geen onschuldige hype. Het is een parallel circuit van ongereguleerde hulpverlening waarin commerciële belangen, spirituele suggestie en kwetsbare mensen samenkomen. Zolang niemand ingrijpt, blijft het groeien, gevoed door wantrouwen richting reguliere zorg en een behoefte aan betekenis. Maar vage taal, klankschalen en energetische sessies mogen nooit de plek innemen van echte, onderbouwde zorg. Mensen verdienen helderheid, bescherming en eerlijkheid, juist wanneer ze op hun kwetsbaarst zijn. Tijd om de zachte ballon van holistisch gebabbel door te prikken. Hoe vriendelijk het ook klinkt, de inhoud is vaak leeg – en soms ronduit giftig.

Een ingekorte versie van dit artikel is verschenen in Trouw.


Geen grote redactie, wél veel werk.

Dit blog is onafhankelijk en advertentievrij.
Waardevol voor jou? Dan is een digitale cappuccino altijd welkom 🩷